dinsdag 9 juli 2013

LE CARNET D'ART D'AZUR - 7

Gedurende de wandeling van drieëneenhalf uur van Vence naar Tourettes-sur-Loup, grotendeels over onverharde weggetjes en paadjes door eikenbossen, afzakkend naar en klimmend uit het dal van respectievelijk de stroompjes Malvan en Clarel, is het kennelijk nog steeds een paar graden onder cicada, wat voor de zich fysiek inspannende mens niet onaangenaam is, maar ik zou er langzamerhand toch wel eens eentje willen horen ‘zingen’.
 Zou zo’n cicade daar zelf ook naar zitten te verlangen? Waarschijnlijk niet.

Terug in het hotel en daar in de tuin, lees ik allereerst het een en ander in een toeristische folder over Grasse en Fragonard. En noteer: ‘Kan mooi te mooi zijn wanneer gevaar ontbreekt? Maar ontbreekt ooit gevaar?’
         Daarna vervolg van de lectuur van Bleek vuur/Pale Fire. Hoe vaak heb ik dat boek al ‘gelezen’ of ben ik er opnieuw aan of in begonnen? Wordt het niet tijd te concluderen dat het Nabokovs weliswaar noodzakelijke maar mislukte project is? Meer dan eens lees ik over de eigenlijke meeslependheid ervan. Hier, in Verstegens nawoord bij zijn tweede, herziene vertaling: ‘(…) de indruk kon ontstaan dat het slechts voor fijnproevers was bestemd, terwijl deze roman zo meeslepend is, zozeer een zinnelijk genot om te lezen, dat hij kan worden gerekend tot Nabokovs toegankelijkste werk.’ Dat is deprimerende, zelfvertrouwen ondermijnende praat voor wie zich erdoor laat overbluffen.
         Pale Fire is een sektietafel waarop een in stukken gehakt, gezaagd en gesneden lijk zodanig is arrangeerd dat het een buitenstaander (de lezer) de grootste moeite kost om er weer een anatomisch logisch geheel van te maken en tegelijkertijd, al doende, uit die gegeven decompositie de aard en mate van gestoordheid van de patholoog-anatoom af te leiden. 



Romans van Nabokov zijn steevast gelaagd, maar ze zijn altijd te lezen op hun huid, hun eerste oppervlak. Pale Fire ontbeert die huid, die ‘oppervlakkigheid’. De lezer beseft niet gaandeweg dat hij eveneens gaandeweg óók iets van een forensisch onderzoeker zou moeten hebben, hij kan zich bij Pale Fire van meet af aan geen andere houding veroorloven: hij kan zich juist niet laten meeslepen en dus ook niet laten af- of misleiden, maar moet onmiddellijk zijn leesarchief op orde houden om te kunnen reconstrueren wat iemand voor zijn pathologische lol heeft gedeconstrueerd. Het kunstje van Pale Fire mist de kunst van de verleiding. Dat Nabokov in staat is tot het schrijven van fraaie beelden en observaties verhelpt dat euvel niet. Nabokov heeft hier de lezer met een probleem opgezadeld in plaats van een probleem met een lezer.

PS 15 juli: Pale Fire als een hyper hyperlinkroman van kort vóór de definiëring van de hyperlink.