maandag 8 juli 2013

LE CARNET D'ART D'AZUR - 6

‘Gezellige wandeling met mijn hondje Psina. In het cafétje, op het plein, schilders… (er zijn er veel in Vence). Bier, whisky… Ze zeggen ‘O, zij gaat nu met die…’ Chagall, Dubuffet en Papazoff. Mistral. Het tafeltje heeft een te korte poot. Ik moet lucifers kopen. Hoed.’ – Witold Gombrowicz, Dagboek 1966 (vertaling Paul Beers).
         In wiebelende terrastafeltjes is Vence nog altijd gespecialiseerd. Gevierde kunstenaars bezoeken het stadje volgens mij allang niet meer, laat staan dat ze er wonen (zoals Chagall, die in 1966 verkaste naar het naburige Saint-Paul de Vence) of er en plein air zitten te werken (zoals Chaim Soutine, die er in 1929 de boom schilderde, een fraxinus, die er nog steeds staat, zij het met wat hulpstukken, maar met een volle groene kroon). 


Op de naambordjes op de kleine woningen in het ‘schilderachtige’ ellipsvormige centrumpje en de directe oude bebouwing eromheen, lees je, zoals in veel oude Franse stadjes, inmiddels veelvuldiger namen van Noord-Afrikaanse dan van Franse origine. En de whisky heeft het moeten afleggen tegen glazen thee. Wat allerminst wil zeggen dat er geen alcohol meer wordt gedronken door de Fransen! Wat dat betreft leveren ze nog steeds een geheel ander dagelijks beeld op dan de Grieken met hun koude koffies (frappé) en de Italianen die nooit zo sjofel zouden willen ogen. Santé!


’s Avonds op de restaurantterrassen ook geen nieuwrijke Russen zoals die zich in Nice manifesteerden. Twee zwaarlijvige Russische stellen bestelden er, aan de tafel naast de onze op de Cours Saleya, de ene schaal oesters na de andere en daarna nog verschillende gebakken vissoorten, alles telkens verorberend in een mum van tijd, als om zo gauw mogelijk weer te kunnen bestellen. De dames lieten tussendoor bij herhaling demonstratief, dat wil zeggen, alles behalve protesterend zien dat Prada een heel duur merk is voor zeer goedkoop uitziende handtassen.

         Morgenavond zal de maan zich volrond tonen.