Kun je als hedendaags kunstenaar
het woord ‘schilderachtig’ of ‘pittoresk’ nog met goed fatsoen gebruiken? De
oudste deel van Nice blijft er in elk geval steevast om vragen.
Beneden
naast Hotel Suisse kun je met een lift de Colline du Château op. Boven is een
mooi park met weer uitzichten over de stad, de hele Promenade des Anglais, de
zee en de oude haven. Er zweven enkele krijsende meeuwen boven deze begroeide stadsrots.
Helaas heb ik geen brood bij me om ze er iets van toe te werpen. De temperatuur is aangenaam maar nog niet bepaald zuidelijk zomers, want waar zijn
de Franse zangcicaden? Zo gauw die, dat wil zeggen de mannelijk exemplaren zich
laten horen, weet je dat het minstens een graad of 25 is. Ik weet niet
hoe dat in de Verenigde Staten is, heel veel zullen de types daar niet van de
Europese verschillen. Over de hele wereld leven behoorlijk wat soorten. In
het gedicht ‘Pale Fire’ van John Shade, opgenomen in het gelijknamige boek van
Vladimir Nabokov, die het gedicht van commentaar laat voorzien door Charles
Kinbote, komt een exuvia van een
cicade voor, een achtergelaten vervellingshuid. Regels 236-240:
(…) Espied on a pine’s bark,
As we were walking home the day she
died,
An empty emerald case, squat and
frog-eyed,
Hugging the trunk; and its companion
piece,
A gum-logged ant.
That
Englishman in Nice,
A proud and happy linguist: je nourris
Les pauvres cigales – meaning that he
Fed the poor sea gulls! (…)
Puur intuïtief heb ik Pale Fire als enige lectuur voor
onderweg bij mijn bagage gestopt, dat wil zeggen, een uitgave van de
Engelstalige tekst uit 1962, samen met de Nederlandse vertaling ervan uit 1995,
onder de titel Bleek vuur vervaardigd
door Peter Verstegen. Ja, ik wist dat Nabokov het een en ander had met de Côte
d’Azur, en speciaal met Nice en zijn achterland. Als kleuter reisde hij al met
zijn familie naar Nice. In de tweede helft van 1937 verbleef hij met vrouw en
zoontje in respectievelijk Cannes en Menton. En hij liet de dertienjarige
Humbert Humbert in 1923 aan de Franse Rivièra hopeloos verliefd worden op
Annabel Leigh. Had ik daarom niet beter Lolita
weer eens kunnen meenemen? Of wist mijn intuïtie nog wat ik(zelf?) gelezen maar
vergeten was: dat Vladimir Nabokov eind 1960 een appartement betrok aan de
Promenade des Anglais (nummer 57, appartement 3) om er te kunnen werken aan het
gedicht van John Shade?
Hoe dan ook,
opeens sta ik dus zomaar met die woordspelerige Engelsman uit dat gedicht onder
de meeuwen van Nice bij het uitblijven van het geluid der cicaden!
Wat merkt
Kinbote bij die vondst van een cicade-exuvia op? ‘Dit is, naar ik begrepen heb,
het semi-transparante omhulsel dat op een boomstam wordt achtergelaten door een
volwassen cicade die de stam op is gekropen en zich van zijn huid heeft
ontdaan,’ zegt hij in de Nederlandse vertaling. ‘Shade zei eens,’ aldus Kinbote, 'dat hij een collegezaal met driehonderd studenten had gevraagd hoe een cicade
eruitzag en dat er maar drie waren
geweest die dat wisten. Onwetende kolonisten doopten de cicade “krekel”, wat
natuurlijk een sprinkhaanachtige is, en dezelfde absurde fout is gemaakt door
generaties vertalers van La Fontaine’s La
cigale et la fourmi (zie regel 243-244). Het pendant van de cigale, de mier, staat op het punt in
amber te worden gebalsemd.’
So far so good. Hoewel… Het
Engelse ‘amber’ staat hier natuurlijk voor barnsteen,
gefossileerde hars, dat in het Nederlands ook wel minder juist amber wordt
genoemd. In het transparante barnsteen worden vaak insecten aangetroffen. De
Romeinen namen terecht aan dat barnsteen vloeibaar was toen het insecten
insloot en ze noemden de steen daarom succinum:
gumsteen. In Shade’s gedicht is de mier derhalve ‘gum-logged’. Tussen de regels
door wordt duidelijk dat Charles Kinbote in tegenstelling tot John Shade, zoon
van een ornithologenpaar, geen echte insectenkenner is. En dan is het bij
Nabokov altijd oppassen geblazen, want maar wat graag laat de auteur, zelf
vlinderkundige van beroep, zijn leken vergissingen begaan. En zeker voor vertalers
betekent dit dat angels en klemmen te verwachten zijn. Hoe luiden nu de
Nederlandse versregels betreffende de cicade-exuvia?
(…) Bespied op
een pijnbast,
Op weg naar
huis, de dag dat zij verdronk,
Een larvehuid,
padachtig aan de tronk
Gehecht, groen
als smaragd; en zijn pendant,
Een mier, in
hars gestrand. (…)
In zijn nawoord zegt de vertaler
dat hij zich aan de dichtvorm heeft gehouden (dus lettergrepen heeft geteld en
het rijmschema heeft gevolgd), hoewel Nabokov zelf ‘zich een heftig
tegenstander’ heeft ‘betoond van deze werkwijze (…).’ Misschien had Nabokov
toch niet zo’n ongelijk, want er gaat nogal wat mis in deze luttele vijf
regels. Dat ‘in hars gestrand’ is een aardige vondst, als je bedenkt dat
barnsteen meestal als aanspoelsel op stranden wordt gevonden. Maar het ‘bespieden’
van een holle, levenloze huid is nogal ridicuul, het meteen over de wijze van
doodgaan (van Shade’s dochter Hazel) hebben is vrij draconisch, allee, maar een padachtige
larvehuid...?
Het
lege omhulsel is bij Shade frog-eyed
en dat is geen pars pro toto: de laatste nimfhuid heeft uitpuilende ‘ogen’, net
als het imago dat eruitkwam, als een kikker. En cicaden hebben een onvolledige gedaanteverwisseling
met een nimfstadium (waarin de nimf
meerdere malen uit haar vel groeit). Met andere woorden, er bestaat bij de
cicade niet eerst een wormachtige larve,
zoals bij veel andere insecten. Professor Nabokov zou hier geen moment aarzelen
om zijn rode potlood onverbiddelijk zijn werk te laten doen, hoe keurig er ook
werd geteld en gerijmd.
Nog
even terug naar het commentaar van Kinbote. ‘Ignorant settlers had dubbed it “locust”, which is, of course, a
grasshopper,’ merkt die op. De Nederlandse vertaling heeft hier echter juist
méér gelijk dan de originele tekst, want de fabel van La cigale et la fourmi wordt steevast vertaald met De krekel en de mier en The Cricket and the Ant en Die Grille und die Ameise. Met zijn ‘locust’ (‘a large, mainly
tropical grasshopper which migrates in vast swarms and is very destructive to
vegetation’ – Oxford English Dictionary)
zit Kinbote ernaast. Maar het is een vertaalfout hem hier te verbeteren:
Kinbote is namelijk, zoals gezegd, allerminst een kenner, en dat behoren we ook
in het Nederlands te kunnen constateren.
Uiteraard check en vergelijk ik dit
allemaal pas uren later, met de twee uitgaven bij de hand, in een hotelkamer. Uit de bomen op de Colline du Château klinken nog altijd geen
insectengeluiden, maar in de grijze lucht erboven krijsen les
pauvres cigales nog steeds.