zaterdag 6 juli 2013

LE CARNET D'ART D'AZUR - 2

Kun je als hedendaags kunstenaar het woord ‘schilderachtig’ of ‘pittoresk’ nog met goed fatsoen gebruiken? De oudste deel van Nice blijft er in elk geval steevast om vragen.
Beneden naast Hotel Suisse kun je met een lift de Colline du Château op. Boven is een mooi park met weer uitzichten over de stad, de hele Promenade des Anglais, de zee en de oude haven. Er zweven enkele krijsende meeuwen boven deze begroeide stadsrots. Helaas heb ik geen brood bij me om ze er iets van toe te werpen. De temperatuur is aangenaam maar nog niet bepaald zuidelijk zomers, want waar zijn de Franse zangcicaden? Zo gauw die, dat wil zeggen de mannelijk exemplaren zich laten horen, weet je dat het minstens een graad of 25 is. Ik weet niet hoe dat in de Verenigde Staten is, heel veel zullen de types daar niet van de Europese verschillen. Over de hele wereld leven behoorlijk wat soorten. In het gedicht ‘Pale Fire’ van John Shade, opgenomen in het gelijknamige boek van Vladimir Nabokov, die het gedicht van commentaar laat voorzien door Charles Kinbote, komt een exuvia van een cicade voor, een achtergelaten vervellingshuid. Regels 236-240:
(…) Espied on a pine’s bark,
As we were walking home the day she died,
An empty emerald case, squat and frog-eyed,
Hugging the trunk; and its companion piece,
A gum-logged ant.
                            That Englishman in Nice,
A proud and happy linguist: je nourris
Les pauvres cigales – meaning that he
Fed the poor sea gulls! (…)

Puur intuïtief heb ik Pale Fire als enige lectuur voor onderweg bij mijn bagage gestopt, dat wil zeggen, een uitgave van de Engelstalige tekst uit 1962, samen met de Nederlandse vertaling ervan uit 1995, onder de titel Bleek vuur vervaardigd door Peter Verstegen. Ja, ik wist dat Nabokov het een en ander had met de Côte d’Azur, en speciaal met Nice en zijn achterland. Als kleuter reisde hij al met zijn familie naar Nice. In de tweede helft van 1937 verbleef hij met vrouw en zoontje in respectievelijk Cannes en Menton. En hij liet de dertienjarige Humbert Humbert in 1923 aan de Franse Rivièra hopeloos verliefd worden op Annabel Leigh. Had ik daarom niet beter Lolita weer eens kunnen meenemen? Of wist mijn intuïtie nog wat ik(zelf?) gelezen maar vergeten was: dat Vladimir Nabokov eind 1960 een appartement betrok aan de Promenade des Anglais (nummer 57, appartement 3) om er te kunnen werken aan het gedicht van John Shade?
Hoe dan ook, opeens sta ik dus zomaar met die woordspelerige Engelsman uit dat gedicht onder de meeuwen van Nice bij het uitblijven van het geluid der cicaden!
Wat merkt Kinbote bij die vondst van een cicade-exuvia op? ‘Dit is, naar ik begrepen heb, het semi-transparante omhulsel dat op een boomstam wordt achtergelaten door een volwassen cicade die de stam op is gekropen en zich van zijn huid heeft ontdaan,’ zegt hij in de Nederlandse vertaling. ‘Shade zei eens,’ aldus Kinbote, 'dat hij een collegezaal met driehonderd studenten had gevraagd hoe een cicade eruitzag en dat er maar drie waren geweest die dat wisten. Onwetende kolonisten doopten de cicade “krekel”, wat natuurlijk een sprinkhaanachtige is, en dezelfde absurde fout is gemaakt door generaties vertalers van La Fontaine’s La cigale et la fourmi (zie regel 243-244). Het pendant van de cigale, de mier, staat op het punt in amber te worden gebalsemd.’
So far so good. Hoewel… Het Engelse ‘amber’ staat hier natuurlijk voor barnsteen, gefossileerde hars, dat in het Nederlands ook wel minder juist amber wordt genoemd. In het transparante barnsteen worden vaak insecten aangetroffen. De Romeinen namen terecht aan dat barnsteen vloeibaar was toen het insecten insloot en ze noemden de steen daarom succinum: gumsteen. In Shade’s gedicht is de mier derhalve ‘gum-logged’. Tussen de regels door wordt duidelijk dat Charles Kinbote in tegenstelling tot John Shade, zoon van een ornithologenpaar, geen echte insectenkenner is. En dan is het bij Nabokov altijd oppassen geblazen, want maar wat graag laat de auteur, zelf vlinderkundige van beroep, zijn leken vergissingen begaan. En zeker voor vertalers betekent dit dat angels en klemmen te verwachten zijn. Hoe luiden nu de Nederlandse versregels betreffende de cicade-exuvia?

(…) Bespied op een pijnbast,
Op weg naar huis, de dag dat zij verdronk,
Een larvehuid, padachtig aan de tronk
Gehecht, groen als smaragd; en zijn pendant,
Een mier, in hars gestrand. (…)

In zijn nawoord zegt de vertaler dat hij zich aan de dichtvorm heeft gehouden (dus lettergrepen heeft geteld en het rijmschema heeft gevolgd), hoewel Nabokov zelf ‘zich een heftig tegenstander’ heeft ‘betoond van deze werkwijze (…).’ Misschien had Nabokov toch niet zo’n ongelijk, want er gaat nogal wat mis in deze luttele vijf regels. Dat ‘in hars gestrand’ is een aardige vondst, als je bedenkt dat barnsteen meestal als aanspoelsel op stranden wordt gevonden. Maar het ‘bespieden’ van een holle, levenloze huid is nogal ridicuul, het meteen over de wijze van doodgaan (van Shade’s dochter Hazel) hebben is vrij draconisch, allee, maar een padachtige larvehuid...?
         Het lege omhulsel is bij Shade frog-eyed en dat is geen pars pro toto: de laatste nimfhuid heeft uitpuilende ‘ogen’, net als het imago dat eruitkwam, als een kikker. En cicaden hebben een onvolledige gedaanteverwisseling met een nimfstadium (waarin de nimf meerdere malen uit haar vel groeit). Met andere woorden, er bestaat bij de cicade niet eerst een wormachtige larve, zoals bij veel andere insecten. Professor Nabokov zou hier geen moment aarzelen om zijn rode potlood onverbiddelijk zijn werk te laten doen, hoe keurig er ook werd geteld en gerijmd.
         Nog even terug naar het commentaar van Kinbote. ‘Ignorant settlers had dubbed it “locust”, which is, of course, a grasshopper,’ merkt die op. De Nederlandse vertaling heeft hier echter juist méér gelijk dan de originele tekst, want de fabel van La cigale et la fourmi wordt steevast vertaald met De krekel en de mier en The Cricket and the Ant en Die Grille und die Ameise. Met zijn ‘locust’ (‘a large, mainly tropical grasshopper which migrates in vast swarms and is very destructive to vegetation’ – Oxford English Dictionary) zit Kinbote ernaast. Maar het is een vertaalfout hem hier te verbeteren: Kinbote is namelijk, zoals gezegd, allerminst een kenner, en dat behoren we ook in het Nederlands te kunnen constateren.
Uiteraard check en vergelijk ik dit allemaal pas uren later, met de twee uitgaven bij de hand, in een hotelkamer. Uit de bomen op de Colline du Château klinken nog altijd geen insectengeluiden, maar in de grijze lucht erboven krijsen les pauvres cigales nog steeds.