zaterdag 21 maart 2009

MICHELLE & LOLITA

Van de ene dag op de andere heb ik me gestort op mijn collectie vinyl: kisten vol lp’s die ik in een kast had weggestouwd. Het zal wel weer overgaan, maar ik draai nu lp’s in plaats van dat ik een cd in de spelerlade leg die ik vervolgens met een afstandsbediening dirigeer of in plaats van dat ik via mijn pc luister; om de twintig minten moet ik opstaan om de naald opnieuw in de groeve te laten zakken, de plaat om te draaien of te wisselen. Het klinkt ook mooier, dat geluid van zo’n lp, verbeeld ik me, ongetwijfeld. Maar wat ik wél besef: de mensen die de muziek op vinyl zetten, hebben nagedacht over de compositie van de plaat, over wat het openingsnummer zou moeten zijn, over wat het laatste nummer op kant een en het eerste op kant twee moest zijn, enzovoort. De muziek zwemt en kwaakt meer dan bij een digitale opname, waarbij ‘skipping’ niet meer dan een drukje op een knop is, in zijn eigen compositievijvertje. Nu heb ik geen zin om ‘Michelle’ van The Beatles over te slaan, want dan moet ik speciaal naar de pickup lopen om… En daardoor besef ik dat ‘Michelle’ deel uitmaakt en hoort te blijven uitmaken van Rubber Soul en dat de digitale luisteraar een bloemlezer is geworden. Weg met de bloemlezers! En de vraag die rijst is of het gemak de mens werkelijk dient.

Al een hele tijd lijkt het digitale boek, het e-book eraan te komen. Uitgevers, zeker in Nederland, zijn er huiverig voor. Vanwege de mogelijke piraterij en dus omwille van hun nering.

Schrijven van literatuur is geen beroep. Dus waar zouden literaire auteurs zich om moeten bekommeren? Toch niet om het inkomen van hun uitgever?

Persoonlijk wil ik nog altijd een boek blijven vasthouden wanneer ik literatuur lees. Dat is veel handiger, leuker, prettiger enzovoort, dan welk tabletje met scherm en digitale tekens dan ook. Maar tegelijkertijd zou ik alle teksten van mijn favoriete boeken digitaal ter beschikking willen hebben, Lolita en andere Nabokovs, La Jalousie en andere Robbe-Grillets, Kosmos en andere Gombrowiczen enzovoort. Niet om die te lezen in plaats van die gebonden en gesneden bedrukte vellen papier, maar om ze er samen mee te lezen, om het gebruik van het woord ‘reality’ in Lolita te kunnen traceren en te kunnen tellen bijvoorbeeld, want als je dat in je papieren boek moet doen is dat saai werk, heeft het met lezen niet veel te maken. Het e-book als hulpmiddel bij het lezen van het papieren boek: fantastisch!

maandag 16 maart 2009

NIET VOOR DISCUSSIE

Bij toeval zag ik gisteravond op tv het laatste gedeelte van een gefilmd portret van Koos van Zomeren. Hij leest een stukje voor van zijn eigen proza en merkt daarna op dat hem juist dit soort teksten (over vormen, kleuren en geuren) het meest bevalt: teksten die 'zich niet lenen voor discussie'. Daarbij verstaat hij onder 'discussie' maatschappelijke en politieke discussie. Wat een fraaie uitspraak over wat literatuur is, nog wel van een man die gelabeld is als iemand die het opneemt voor het milieu en voor de dieren en die door zijn optredens in de praktijk daar ook iets voor betekent! Literaire auteurs die willen dat hun schrijfsels tot maatschappelijke discussies aanzetten: wat een minkukels!