1-3 augustus 2012
Als voetganger kun je in Frankfurt de Rijnwaarts stromende
Main het prettigste oversteken via de zogenaamde Eiserner Steg. Aan de relingen
van de stalen constructie uit 1868 heeft de liefdesslotjesmode behoorlijk wat
houvast gevonden.
De Frankfurter voetgangersbrug figureert meer dan eens in de
schilderkunst. Zoals in die van Max Beckmann. In 1923 schilderde Beckmann de
Main bij ijsgang. Onder een in werkelijkheid onmogelijk grote, lage maan in
haar eerste kwartier, ligt de rivier vol ijsschotsen. De stad met haar brug en bruinrode
domtoren zou een paar decennia later heel wat op en door haar dak krijgen.
In het Dommuseum is een reliekschrijn van verguld zilver,
versierd met bergkristallen en halfedelstenen, uit 1929 te bewonderen die werd
ontworpen door Karl Borromäus Berthold. Berthold was docent aan de
Städelschule, de kunstnijverheidsschool van Frankfurt am Main. In april 1933
heeft deze godvruchtige edelsmid, die inmiddels al lang veel vaker en liever
zijn rechterhand met gestrekte arm schuin voorwaarts stak in plaats van ermee
naar voorhoofd, borst, linker- en rechterschouder te bewegen, het op het
kunstinstituut voor het zeggen en hij ontslaat er een aantal ‘onduitse en
ontaarde’ collega’s, onder wie Willi Baumeister en Max Beckmann, benevens
andere ‘cultuurbolsjewistische jodenknechten’. Schilderijen van Beckmann worden
geconfisceerd en enkele jaren later is de schilder met zijn werk prominent
aanwezig op de door Duitsland reizende expositie van Entartete Kunst.
Beckmann zocht zijn toevlucht nog
even in Berlijn, om daarna naar Amsterdam (Rokin 85) te verkassen, met de
bedoeling vandaar naar de Verenigde Staten te kunnen emigreren, wat hem en zijn
vrouw pas in 1947 lukte.
Eisgang is te zien in het Städel Museum aan de Schaumainkai in
Sachenhausen (niet te verwarren met het gelijknamige concentratiekamp in
Oranienburg, dat daarmee echter evenmin vergeten hoeft te worden bij het horen
of lezen van de naam van dit Frankfurter stadsdeel). Beckmann is nu uiteraard
aardig vertegenwoordigd in het museum, onder meer met Die Synagoge in Frankfurt am Main uit 1919, waarop de synagoge te
zien is die tijdens de ‘Kristallnacht’ in de brand werd gestoken, en het grote,
in Amsterdam geschilderde doek Zirkuswagen.
Max Beckmann duidt in zijn
dagboeken Rembrandt van Rijn simpelweg en ondubbelzinnig aan met ‘Cheff’. En
die chef is hij nog steeds, al is Beckmann eveneens een geweldige schilder.
Enkele Städelzalen verderop laat de nog maar dertigjarige chef Samson grijpen,
boeien en de ogen uitsteken, ogenblikkelijk nadat Delila hem de lange lokken
van zijn kop heeft weten te knippen. Men komt ogen te kort. ‘Men’: jij als
beschouwer, de omkijkende Delila, de soldaten elk voor zich, de ene doelgericht
en grimmig, de andere verbijsterd, en natuurlijk Samson. De blikken van alle
protagonisten zijn gericht op de paradoxale sensatie van het zien van het
onherroepelijke verlies van gezichtsvermogen, van het uit het licht achterover
en op de grond, in de duisternis van zijn eigen tent getrokken laatste zinloze
verzet tegen de blindheid die het slachtoffer in feite al te grazen nam door
zich als mooi jong vrouwenlijf aan hem te
tonen en schijnbaar te geven.
En hoever is Rembrandt, is de kunst altijd al Freud vooruit
geweest! De aanslag op Samson is uiteraard een ultieme vorm van castratie. De compositorische
plaatsing van de metalen steekpunt van de goedendag is veeleer bruut dan
geraffineerd te noemen, te meer daar het metaal nogal fallisch van vorm is, een
omgekeerde, losse fallus, met er schuin boven, iets hoger tussen Samsons benen
Delila’s hand met de half open schaar die door zijn positie in het gebeuren
iets anders dan haren lijkt te hebben geknipt.
En dan dat
geweldige, suggestieve vormrijm van Samsons gebalde linkervuist en de
onmachtige geworden klauw van het roofkattenvel om de het bovenlichaam van de
soldaat met de goedendag!
Verder een en
al rembrandtesken die nooit kunnen gaan vervelen: de afwisselingen van donker
en licht, van detail en globale aanduiding, van schrale verfopbreng en pasteuze,
van geconcentreerde precisie en sprezzatura! Een werk dat wel in en vanuit de vagina of baarmoeder lijkt te zijn geschilderd...
In het filmmuseum, weer een stukje terug aan de
Schaumainkai, gaat het eveneens om Spannung,
Dramatik, Unbehagen, Verrat und Abhängigkeit, Aussichtslosigkeit und Niederlage
in clair-obscur met fragmenten van en verhalen over de Film Noir, terwijl je vanuit een rode fauteuil of rood bankje in schemerlicht kunt kijken.
Aan de
rechteroever van de Mainz, de centrumkant, dus weer terug, de stalen
voetgangersbrug over, wacht de Schirnhalle met schilderijen van Jeff Koons en het
Museum für Moderne Kunst met o.a. de Nederlander Erik van Lieshout, een bezoek.
Wordt vervolgd.