[Zie voor het voorafgaande hieronder.]
Stupide natuurlijk: als je een vuilnisbak voor iets omkiepert,
valt er vanzelf allerlei andere troep op en voor je voeten. Zoals een bericht
van 23 juli van dit jaar, waarin René Puthaar er ook al blijk van geeft in zijn
oordeelsvermogen niet te worden gehinderd door gebrek aan kennis en laksheid om
die op te doen.
In dat bericht steekt hij de
draak met een andere tekst van Wiel Kusters. Ook weer door deze botweg finaal uit
zijn context te rukken. Die context wordt gevormd door teksten/gedichten naar
aanleiding van en over Eugène Dubois en zijn Pithecanthropus erectus (de
‘missing link’ waarvan of van wie Dubois in 1891/92 op Java resten vond).
Puthaar denkt de kachel te kunnen en te moeten aanmaken met Kusters’ ‘Het lied van
de Pithecanhropus’ uit de reeks ‘Het graf van Dubois’ (van zo’n dertig jaar
geleden), alsof het om een nieuw, volkomen oorspronkelijk en als autonoom
bedoeld, zich voor opname in bloemlezingen kandidaat stellend ‘gedicht’ zou gaan.
Werkelijk
geen flauw benul heeft hij er intussen van dat het een pastiche betreft van een
cabaretliedje waarmee Dubois destijds om zijn vondst, waarin men niet geloofde,
belachelijk werd gemaakt. En het functioneert als zodanig natuurlijk alleen
binnen het geheel van de reeks. Het is zoiets als wanneer je Samuel Beckett
aanvalt op de literaire kwaliteiten van Vladimirs liedje ‘A dog came in the
kitchen/And stole a crust of bread./Then cook up with a ladle/And beat him till
he was dead’.
En
uitgerekend, nee, typisch zo iemand beklaagt zich dan tegelijkertijd over de
‘mishandeling’ door Benno Barnard, Wiel Kusters en ondergetekende van de
gedichten van W.H. Auden, alsof van die gedichten slechts unieke exemplaren bestaan en dus bestonden, en terwijl we die gedichten keurig in hun originele taal
naast onze vertalingen hebben laten staan, het daarmee aan eenieder vrij latend ze anders en waar nodig beter te
lezen en onze pogingen als ontoereikend opzij te schuiven.
Intussen lijkt het een waar positief predikaat om in die
vuilnisbak te worden besmeurd. Jammer alleen dat er zo’n stank uit opstijgt.
Men late derhalve het beste het deksel er voor eens en altijd op.
(Voor wankelmoedigen: Internet Explorer: ga naar ‘Extra’; kies
het tabblad ‘Inhoud’; ga naar ‘Internet restricties’; klik op ‘Goedgekeurde
websites’; voer in het venster het site-adres in; klik vervolgens op ‘nooit’; geef
wachtwoord op; klik op ‘toepassen’. Firefox: plugin BlockSite. Chrome: plugin
SiteBlock. Bijvoorbeeld.)
Dan kan er meteen ook met verfriste
zin worden verdergelezen in René Puthaars Het
wilde kind (in een uitgave waarvan ik me afvraag of er om de een of andere
reden op Herengracht 481 intern mee is gekwanseld: binnenin zegt Augustus de
uitgever ervan te zijn, buitenop bestempelt Atlas Contact zichzelf als zodanig).
Lezen dus. Echt. Iets als dit: ‘Zoals
iemand in het donker vragen kan,/zelf in het zwart, niets voor ogen:/is het al
licht?’ … En oprecht benieuwd zijn naar hoe het verdergaat.