Gezicht op Saint-Jeannet |
donderdag 12 juli,
vence & cagnes sur mer. [De
afgelopen dagen flinke wandelingen: van Saint-Jeannet – je moet daar boven, op
435 meter beginnen, er volgt nog klimwerk zat – naar Vence & van Vence naar
La Colle-sur-Loup. Panorama’s, eikenbossen uiteraard, vlinders, eekhoorns,
hagedissen, cicaden, lavendel, uitgebloeide viooltjesvelden, de paardenmanège
en -rijschool en dus paardenmeisjes in het bos, en niemand anders zo gek als
wij, stappend door de warmte.]
Vandaag
Cagnes-sur-Mer, dat wil zeggen, weer eens naar het als museum ingerichte
landhuis met grote tuin waar de schilder Pierre-Auguste Renoir met zijn gezin
woonde en werkte.
Zoals dat voor tal van andere schilders geldt
die aan de Côte d’Azur hebben gewerkt, moet je voor Renoirs beste dingen elders
zijn, zoals in het Parijse Musée d’Orsay. En dat beste werk komt wat mij
betreft uit de periode tussen Renoirs dertigste en veertigste levensjaar, zoals
zijn ‘Bal du Moulin de la Galette’ uit 1876.
De Renoir van daarna is voor mij vooral de
man van de steeds meer met doezelzachte toetsen, als het ware in soft focus
geschilderde mollige blote jonge vrouwen.
Hierboven ‘Na het bad’, een doek dat hij op
zijn 39ste schilderde, en hieronder ‘De grote baadster’, geschilderd
toen hij 64 was.
Hebben die Renoirnaakten niet iets van
softporno? Op zijn minst hebben ze iets voyeuristisch, zeker wanneer je beseft
dat de maker almaar ouder werd terwijl zijn modellen dezelfde leeftijd bleven
houden… Je moet je eens voorstellen hoe hij te werk ging. En dat kun je vrij
makkelijk wanneer je in zijn atelier staat.
Dat atelier is nu natuurlijk veel kaler,
opgeruimder dan het ooit was, het ruikt er niet eens meer naar lijnolie en
terpentijn. Maar daar zat de ouder wordende man dan, en daar, tegenover hem,
zat of lag steeds weer zo’n mollig jong ding… Hij keek goed naar zijn modellen,
maar plaatste ze vrijwel altijd in de natuur, liet ze in de natuur ‘baden’.
Welke vrouwen op het einde van de 19de en in het begin van de 20ste
eeuw baadden er nu als van nature naakt in de natuur? Godinnen en nimfen deden
dat door de eeuwen heen, maar het met onder anderen de impressionisten begonnen
modernisme deed niet meer mee aan het gebruik van verhalen en mythes als alibi
voor het afbeelden en kijken naar blote vrouwen. In die zin hoorde Renoir bij
de revolutionairen als Courbet en Manet (met zijn Olympia en Déjeuner sur
l’herbe) die het alibi om bloot af te kunnen beelden doorprikten en de schijnheilige
culturele elite schokten, enzovoort.
Met andere woorden: ik moet die in de natuur
geplaatste naakten in hun (kunst)historische context zien! Maar krijgen ze door
die context dan ook minder, eh… kont? Blijft het niet, zeker vanuit onze
hedendaagse context, op zijn minst een nogal twijfelachtig genoegen dat deze
Renoir zich permitteerde door hoe dan ook de kunst, zelfs juist omdat die
contratraditioneel was, zijn hele leven als alibi te gebruiken om naar blote jonge dameskonten te kunnen kijken? In welke kontcontext moet ik nu naar die konten en
tieten van die kontenkijker kijken?
Ik
stel me de nog jonge zonen van Pierre-Auguste voor, onder wie Jean, die
naderhand filmregisseur werd. En dan papa die blote vrouwen schildert, terwijl
zij buiten onder een grote plataan schommelen. Maar mama was ook ooit zo’n
blote vrouw. De zeventien jaar jongere Aline Charigot was al een tijdlang
Renoirs model, en zelfs al moeder van de eerste van die zonen, toen Renoir en
zij trouwden. Op ‘De grote baadsters’ uit omstreeks 1885 ‘is’ zij de middelste
van de drie vooraan.
Het kan dus niet anders of het moet in huize
Renoir heel normaal, vanzelfsprekend zijn geweest dat papa voor zijn werk naar
blote vrouwen zat te kijken.
Zou
zoiets vandaag de dag nog denkbaar zijn? De eeuwig jonge vrouw als object voor
de zinnen, mag dat nog? En zo nee, hebben we daar dan iets mee gewonnen of iets mee verloren? Moet ik, heteroseksuele oudere man, uit gendercorrectheid of hoe het
mag heten, als het ware mijn handen voor mijn ogen slaan? Of voor die van
Pierre-Auguste Renoir?
Ik moet opeens denken aan een voorval tijdens
een van mijn lessen aan een gymnasiumgroep in een voorexamenjaar. Ik
projecteerde de afbeelding van ‘Herder en nimf’, een schilderij dat Titiaan op
zijn 88ste maakte. Terwijl ik er het een en ander over stond te
vertellen zag ik dat een van mijn leerlingen voorover gebogen zat, met haar
hoofd naar beneden, op haar armen. Ik schrok, vroeg of ze zich niet goed
voelde. Ze reageerde niet. Ik vroeg het nogmaals en richtte me daarbij ook half
tot de klasgenote naast haar. Die gaf toen het antwoord: ‘Ze mag daar niet naar
kijken vanwege haar geloof.’ Ik klikte meteen door naar de volgende afbeelding
(een schijnbaar ‘onschuldig’ landschap) en vroeg aan de leerlinge in kwestie: ‘Mag
je daar niet naar kijken, Farida?’ Ze schudde met haar hoofd zonder op te
kijken. ‘Maar je kijkt er nog steeds naar…’ Ze schudde opnieuw met haar hoofd. ‘Jawel,
wij zien al lang iets anders, maar jij ziet nog steeds die blote kont…’ Toen
keek ze op. Ik had twee kansen: of een vernietigende blik of een zich stralend
openende glimlach. Het werd gelukkig dat laatste, en ik mocht zelfs de geile
hoogbejaarde Titiaan weer terughalen om mijn verhaal erover af te maken.
En
nu zou ik zelf de oude Renoir moeten willen verbieden om…?
Daar
komt nog iets bij. Renoir krijgt op zijn 47ste progressieve
reumatische artritis. Hij moet op een gegeven moment in een rolstoel, maar wat
het ergste is: hij kan zijn vingers niet meer gebruiken en men moet linten om
zijn verkreupelde schildershanden knopen om er penselen tussen te kunnen steken…
In het kleine vertrek naast het atelier hangt
een foto waarop hij in die vreselijke toestand te zien is. Ik bedoel daarmee
niet dat zoiets een excuus is om naar blote meisjes te kijken, maar het is beslist ook
niet het tegenovergestelde. En daar komt nog iets bij.
Uit
talrijke werken blijkt dat hij zijn vrouw, moeder van zijn kinderen, ook nadat
ze niet meer bloot voor hem poseerde, nooit uit zijn kunst heeft weggewerkt,
integendeel, terwijl zij toegewijd voor haar zo deerlijk gehandicapte man zorgde.
Madame Renoir en Bob, 1910 |
Madame Renoir stierf op haar 56ste
ten gevolge van een hartaanval; de ongelukkige vierenzeventigjarige schilder
moest nog viereneenhalf jaar zonder haar.
Zomaar
wat associaties en vrij ongeordende gedachten waarmee ik van de
overloop op de bovenverdieping de badkamer van het huis binnenloop en me niet bij
de aanblik van een schilderij maar van de oude, ooit hier gebruikte douchekraan
boven de oude badkuip de tranen in de ogen schieten.
Met weer heldere ogen heb ik daarna vanuit de
tuin een geweldig uitzicht op de oude bovenstad, Haut de Cagnes.
Een uur later bevinden we ons daar, op het
allerhoogste punt van Haut de Cagnes, helemaal boven op de toren van Château Grimaldi. Preciezer:
ik zit er als een sukkel met klamme handen achter de kantelen op mijn kont
vanwege hoogtevrees.