Van Nabokov is bekend dat een van zijn
literaire lievelingsspelletjes het gebruiken van anagrammen was. Vivian
Darkbloom is niet alleen een personage in Lolita
maar ook een anagram van Vladimir Nabokov. Leukigheid! Of toch net iets meer?
Zelf heb ik, omgekeerd of perversely,
altijd de neiging om in datzelfde boek de naam van het motel waar Humbert
Humbert op 1 of 2 juni 1949 met Lolita incheckt, Chestnut, te zien als een anagram van The Cunts. Misschien komt dat louter door de perverse focus van
mijn leesbril?
In
zijn boek Nabokov, Perversely (New
York 2010) haalt Eric Naiman de schrijver zelf aan die zich verdedigt tegen
allerlei lezingen van dubbelzinnigheden in zijn werk. ‘Ik moet fel protest
aantekenen tegen een hele rits onbehoorlijke absurditeiten. (…) Als van elk
“komen” en “deel” op de pagina’s van mijn boeken al wordt verondersteld dat die
door mij zijn gebruikt om voor “climax” en “genitaliën” te staan, kun je je
voorstellen welke ondeugende schatten er voor Mr. Rowe [een close-readende
professor aan de George Washington University – hb]
te ontdekken zijn in elke Franse roman waarin het voorvoegsel “con” zo veelvuldig voorkomt dat het van
elk hoofdstuk een waar vruchtenmoes van vrouwelijke organen maakt. Maar ik
vermoed dat zijn Frans voor zulke feestmaaltjes ontoereikend is.’
Juist deze vergelijking met dat Franse voorvoegsel maakt natuurlijk de
bloedhond in de ware lezer wakker. Ik maak me sterk dat Nabokov zich daar maar
al te goed van bewust was; zelf had hij achter het huis een kennel met zulke
Hubertushonden. En in Lolita wordt
kwistig met Frans gestrooid. Het gebruik van Franse woorden door Humbert
Humbert irriteert Lolita zelfs: ‘Do you mind very much cutting out the French! It
annoys everybody.’ (Als freudiaans gehersenspoelde Nederlander hoor of zie ik hier
trouwens nog iets wat waarschijnlijk in geen Amerikaans brein zal opkomen…) En
wie leest na Nabokovs verontwaardigd protest bijvoorbeeld de volgende dialoog
tussen de hoofdonderwijzeres van Lolita’s school en Humbert nog als een begijn?
‘Let me ask a blunt
question, Mr. Haze. You are an old-fashioned Continental father, aren’t you?’
‘Why, no,’ I said,
‘conservative, perhaps, but not what you would call old-fashioned.’
Ik moest er weer aan denken toen ik met redactioneel
oogmerk was begonnen met het lezen van een roman die op verschijnen staat, en al
heel gauw stuitte op een scène waarin een man naast een aantrekkelijke blondine
aan een bar zit en haar dan vraagt wat hij voor haar mag laten inschenken: ‘Cava,
gin, amaretto...’?
Ziet
u het ook? Of moet ik u mijn bril even lenen? Ik beschouwde me in elk geval als
een gewaarschuwd man die voor twee moest tellen. Niet ten onrechte zoals zou blijken.
© HB