donderdag 11 januari 2024

INDRUKKEN VOOR EEN SAMENHANG

 


Een hagedisje doodgeslagen. Heb ik. Ettelijke jaren geleden. Met een steen. Ter hoogte van de op bovenstaande foto gemarkeerde plek. Normaliter lukt zoiets natuurlijk nooit bij die rappe dingen, maar dit hagedisje zat, door een auto half overreden, met zijn geplette achterlijf aan het asfalt geplakt.

De dag ervoor had ik de kameleon van onderstaande foto juist behoed voor zijn einde der tijden.

 


Dat was op een andere weg, waarover we vanuit het dorp Pagondas bergafwaarts liepen.

 


Hagedisje en kameleon figureerden vervolgens in onderstaand gedicht, net als het trieste bestaan van de adelaar die ik zag in het klooster met zijn theologenschool op Patmos, het eiland waar Johannes zijn Apokalyps schreef met het beest uit de aarde en dat uit de zee, en die andere wezens.

 


En die indrukken leken opeens een samenhang te willen vinden in wat ik nooit had vermoed achter de vriendelijk bedienende jongeman in de tuin van ons al gedurende meerdere eilandverblijven favoriete restaurant. De foto hier toont hem helemaal rechts.

 


 

 

EILANDWEGEN

 

Zag op Patmos een adelaar in een kooi. Heel mooi

als symbool maar zeer naar voor zo’n levend wezen.

Eleftherios Christodoulakis had er gebogen gelezen

onder de bogen van de theologenschool, over de ooi

 

die stil is bij haar scheerders, over het beest uit zee

en dat uit de aarde, over paardsprinkhanen, draken.

In Pagondas, zijn bergdorp op Samos, werd hij diaken,

na meerdere toeristenseizoenen in de bediening mee

 

te hebben gelopen van de Esperidestaveerne, niet ver

van de oude haven. Zo vaak schonk hij ons toen ouzo

zonder zijn aspiraties te laten weten, dat – ‘Gestopt?

Hoezo?’ – we nauwelijks geloven konden dat hij er

 

gewerkt had om pappas te kunnen worden. Nog kort

tevoren had ik op de weg van Pagondas naar beneden

een kameleon die overstak zoals kameleons dat deden

tegen zijn wil van het asfalt getild voordat hij aan gort

 

zou worden gereden door zo iemand die er aankwam

als een wilde, toen, toeterend, zwaaiend, in zijn hemd

van de zaak, Eleftherios bleek te zijn. Had hij geremd,

zou hij zijn uitgeweken? Zou hij behalve over het Lam

 

ook over alle andere dieren preken? Als komende mei

in Pagondas ik de diaken tref, krijg ik dan diens zegen?

Op een van Gods ondoorgrondelijke eilandwegen

de dag erna verloste ik een hagedisje met een kei.

 

 © HB