zaterdag 23 februari 2019

POST TERUG





Alle brieven die ik je ooit schreef zomaar teruggekregen,
al die van jou aan mij gerichte erbij genomen – jouw kleine
in zijn fijne regelmaat zo ingetogen handschrift, het mijne
met zijn halen omhoog en lussen omlaag. Zonder omwegen,

zonder ook maar iets te hebben herlezen, heel het pak
versnipperd en al die snippers toen in de fik. Want, man,
we schreven elkaar toch nooit voor dit ooit jijloos latere ik!
Dat wat op begraafplaats Sint Barbara een meter diep onder

een graftak in de winterregen ligt telt natuurlijk niet meer
mee en straks schijnt daar die meizon weer om de met grind,
marmer, arduin bedekte aarde de schijn te geven van eeuwig
bewoonbare gaarde waar ik bij je naamplaat – wat een nephuis-

nummer met al die getallen – als boven een deur die is om-
gevallen voor gek sta met rozen, hoewel goedkope, machinaal
geplukt, want wat is het voor onzin, John, om me er dit gedicht
dan bij te laten murmelen als een brief alsnog aan jou gericht!


© hb 2019