Ik ben bepaald niet dol op persoonlijkheidscultussen rond schrijvers en andere kunstenaars. Natuurlijk heb ook ik mijn fetisjistische zwakheden.
Toen ik afgelopen middag een vriend ontmoette, kreeg ik onverwacht een zeer bijzonder cadeau: een door de weduwe van een van mijn favoriete schrijvers op 8 oktober 1986 in het Montreux-Palace Hotel persoonlijk getikte en met blauwe inkt als Véra Nabokov (Mrs. Vladimir Nabokov) ondertekende brief. Inhoudelijk niets opzienbarends in dat schrijven over een regeling van rechten.
Maar ik zit nu al een uur telkens weer de bewegingen van dat autogram te volgen: de verticale aanzet recht naar beneden en vandaar de curve rechts opwaarts en dan met een resolute knik praktisch horizontaal hoog over de loodlijn heen naar links, gevolgd door de e-krul op de denkbeeldige onderlijn, met het klemtoonteken dat met terugwerkende kracht wordt gezet wanneer de uitloop van de a van haar voornaam zich ver genoeg naar de aanstaande N van zijn en hun beider achternaam heeft gestrekt, de N die vervolgens als de beweging van een balletdanser wordt neergezet... Gewoon, vanwege de aanwezigheid van de vierentachtigjarige hand die deze bewegingen toen en daar heeft uitgevoerd, zonder dat ik een en ander grafologisch kan en wil duiden (al moet ik de aanvechting onderdrukken om het slot van het autogram te zien als een onafgemaakt of afgebroken love). En vanwege de aanwezigheid eromheen van de handen die Vladimir Nabokovs verhalen en romans letterlijk woord voor woord hebben getikt.
Toen ik afgelopen middag een vriend ontmoette, kreeg ik onverwacht een zeer bijzonder cadeau: een door de weduwe van een van mijn favoriete schrijvers op 8 oktober 1986 in het Montreux-Palace Hotel persoonlijk getikte en met blauwe inkt als Véra Nabokov (Mrs. Vladimir Nabokov) ondertekende brief. Inhoudelijk niets opzienbarends in dat schrijven over een regeling van rechten.
Maar ik zit nu al een uur telkens weer de bewegingen van dat autogram te volgen: de verticale aanzet recht naar beneden en vandaar de curve rechts opwaarts en dan met een resolute knik praktisch horizontaal hoog over de loodlijn heen naar links, gevolgd door de e-krul op de denkbeeldige onderlijn, met het klemtoonteken dat met terugwerkende kracht wordt gezet wanneer de uitloop van de a van haar voornaam zich ver genoeg naar de aanstaande N van zijn en hun beider achternaam heeft gestrekt, de N die vervolgens als de beweging van een balletdanser wordt neergezet... Gewoon, vanwege de aanwezigheid van de vierentachtigjarige hand die deze bewegingen toen en daar heeft uitgevoerd, zonder dat ik een en ander grafologisch kan en wil duiden (al moet ik de aanvechting onderdrukken om het slot van het autogram te zien als een onafgemaakt of afgebroken love). En vanwege de aanwezigheid eromheen van de handen die Vladimir Nabokovs verhalen en romans letterlijk woord voor woord hebben getikt.
Véra en Vladimir Nabokov aan het werk in Ithaca, New York, 1958