‘Onderweg naar Norfolk. Zoals de zon aan het eind van een
regenachtige middag het paars van een liturgisch gewaad kan aantrekken, of ’s
avonds haar diepste rood over de velden kan uitgieten – een leeglopende
halsopening na een onthoofding – zo begint ze haar ochtend boven Cambridgeshire
als een hostie.’
Zo begint deze week het weblog van mijn schrijvende vriend Benno Barnard op de site van Knack. Ik weet dat hij, in
eendrachtige samenwerking met zijn bezige notitiepotlood, mijn roman De hemelse kamer las voordat hij een dag
of tien in Engeland verbleef.
En zie daar hoe de doorbloeding
in de literatuur werkt.
In De hemelse kamer (uiteraard zelf ook literair doorbloed)
staat op pagina 319: ‘(…) terwijl de stad een kleurspoeling kreeg alsof de zon
een leeglopende halsopening na een onthoofding was.’ En pagina op 321: ‘(…) dat ik
op het balkon van mijn kamer naar de lucht boven de Castiliaanse stadsdaken heb
staan kijken tot het offerbloedrood liturgisch paars begon te kleuren.’