Hoe pijnlijk masochistisch kan de drang tot tekstbezorging
in het belang van De Literatuur(wetenschap) zijn of maken?
Onlangs verscheen Een
halve eeuw vriendschap: Twee Vijftigers in brieven 1943-1992 van Jan G. Elburg
en Koos Schuur, bezorgd door Siem Bakker (Meulenhoff, Amsterdam, 392 pagina’s).
Wat als je als welwillende bezorger
van die brieven opeens over jezelf te lezen krijgt geen sprankelende indruk te
hebben gemaakt op Elburg en door hem tegenover Schuur te zijn weggezet als ‘bleke,
bedremmelde oud-seminarist’?
Ik zou alle epistels acuut bij
elkaar hebben geveegd en ze nog dezelfde dag met feestelijke dank bij weduwe
Elburg in Haarlem hebben terugbezorgd. Maar misschien is dat een actie die niet
past bij een bleke, bedremmelde oud-seminarist?
De passage uit de brief d.d. 20 oktober 1986 van Jan Elburg
aan Koos Schuur over de promotie van Bakker aan de Nijmeegse universiteit (proefschrift:
‘Het literaire tijdschrift Het Woord
1945-1949’, tijdschrift waar Elburg bij betrokken was) bevat overigens nog een
andere akelige pijnlijkheid, eentje waarvoor Elburg zich alsnog post mortem
diep zou moeten schamen, om van zijn weduwe maar te zwijgen:
‘Siem maakte geen sprankelende
indruk achter zijn katheder tussen zijn twee paranymfen waarover Michèle
fluisterde: “Moet er altijd een mismaakte bij zijn?” Dit naar aanleiding dat
benevens een ranke, rijzige, jonge fraaie, een kleine aanwezig was met het
hoofd diep tussen de schouders. Bij de promotie in januari van dit jaar, van
Wiel Kusters, was er een van de secondanten ook al niet erg welgemaakt, zodat
Michèles opmerking hout sneed. Stond Siem dus, wat penanten betreft, kiet met
Wiel, hij miste diens zachtaardige zelfverzekerdheid en bezat helemaal het
voorkomen van de bleke, bedremmelde oud-seminarist die hij is.'
De ‘mismaakte’ – wat een walgelijk woord – van januari 1986 in Utrecht was Jozef Kusters, de broer van Wiel Kusters. Jozef liep met twee stokken. Hij was rond zijn twaalfde ziek geworden, hevige gewrichtspijnen. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit, gedurende jaren. Ook bijna twee jaar ver van huis in het toenmalige Canisiusziekenhuis in Nijmegen, waar hij voortdurend werd onderzocht, zonder het nodige resultaat. Uiteindelijk hebben de problemen met zijn skelet Jozef Kusters het leven gekost, nadat hij in januari vorig jaar een hoge dwarslaesie kreeg, waardoor hij vrijwel volledig verlamd raakte.
Van zo’n briefpassage word ik dan een beetje onpasselijk. Maar leve De Literatuur en haar verheven en verheffende geschiedenis!
De ‘mismaakte’ – wat een walgelijk woord – van januari 1986 in Utrecht was Jozef Kusters, de broer van Wiel Kusters. Jozef liep met twee stokken. Hij was rond zijn twaalfde ziek geworden, hevige gewrichtspijnen. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit, gedurende jaren. Ook bijna twee jaar ver van huis in het toenmalige Canisiusziekenhuis in Nijmegen, waar hij voortdurend werd onderzocht, zonder het nodige resultaat. Uiteindelijk hebben de problemen met zijn skelet Jozef Kusters het leven gekost, nadat hij in januari vorig jaar een hoge dwarslaesie kreeg, waardoor hij vrijwel volledig verlamd raakte.
Van zo’n briefpassage word ik dan een beetje onpasselijk. Maar leve De Literatuur en haar verheven en verheffende geschiedenis!