De Joodse Raad is een
naar verwachting interessante historische dramaserie over de deportatie van
Nederlandse Joden en de rol van de Joodse Raad daarbij. Ik zag gisteren een
documentaire bij wijze van inleiding met daarin filmfragmenten uit de serie.
Maar eerst naar twee persoonlijke herinneringen.
Tot de
leefwereld van mijn kindertijd behoorde de Parkstraat in Steyl, want op een van
de hoeken van de straat woonden mijn grootouders en was mijn vader met zijn
zussen en broers opgegroeid. De straat liep (en loopt) langs enkele andere woningen en dan
voornamelijk tussen twee kloostermuren door, waarachter zowel links als rechts
tuinen en aan een kant onder meer het zogeheten ketelhuis voor de energie en
verwarming van het Missiehuis Sankt Michael, met het hoofdgebouw waar je door de
Parkstraat bij uitkwam en nog steeds uitkomt.
Tot de
leefwereld van mijn middelbareschooltijd behoorde het Wilhelminapark in Venlo. Op
schooldagen fietste ik door een deel ervan heen en terug, naar en van het Sint
Thomascollege daar vlakbij.
Ik kan me
voorstellen dat je voor een historische speelfilm of dramaserie andere locaties
gebruikt dan de oorspronkelijke, zeker als die oorspronkelijke er niet meer
zijn. Dat hoeft het inlevingsvermogen van de kijker geenszins in de weg te
staan. Maar wat als je als kijker de nieuwe locatie kent uit een heel andere
context, uit de werkelijkheid buiten de film?
Op een
gegeven moment zag ik de twee voorzitters van de Joodse Raad, Abraham Asscher
en David Cohen, gespeeld door Jack Wouterse en Pierre Bokma, op weg naar een
villa aan het ‘Museumplein Amsterdam’, aldus een tekst erbij. Maar als
Amsterdammer vanaf 1975 (her)kende ik de villa op die locatie helemaal niet,
terwijl het gebouw me toch bekend voorkwam. Misschien was de oorspronkelijke
villa afgebroken en had men voor een huis elders gekozen. Waarom niet?
Maar een tijdje later kwam David Cohen uit zijn naoorlogse gevangenschap vrij. Een poort ging open en van het ene op het andere moment was hij, nee, was ik, nee, waren hij en ik in onze Parkstraat in Steyl, waar nooit een gevangenis was geweest… Had hij in het ketelhuis opgesloten gezeten? Natuurlijk niet! Wat deed die Jood in 1947 bij de missionarissen? En in de buurt van mijn toekomstige vader die zes jaar eerder naar een kamp bij Neubrandenburg was getransporteerd? Acuut was ik als het ware uit het beoogde verhaal gekatapulteerd en werd ik heen en weer geslingerd tussen van alles en nog wat.
Maar is en
blijft historie niet altijd deels zich vervormende fictie? En kan ik nu nog
eens door de Parkstraat lopen zonder de in vrijheid gestelde David Cohen daar uit
de poort te zien komen en te denken aan Joden en deportaties, daar bij dat
klooster van die Duitse paters?
Foto hierboven: Bisschop Lemmens (?) zegent in 1933 in de Steyler Parkstraat de kinderen, onder wie mijn vader en zijn zusjes, ter hoogte van de poort waardoor David Cohen in 1947 ofwel Pierre Bokma in 2023/24 in de dramaserie "De Joodse Raad" de gevangenis verlaat.