Dagelijks
neem je dichters rabiaat de maat,
genadeloos
voor wie zich en dus jou niet ontregelen laat,
luid
geeuw je van wie dicht zoals dat al eeuwen gaat
en
met geen nieuw licht verwart de staat.
Radicaal
verander je je leven dan, zet
de
bundel met zijn ruggetje op alfabet
en
maakt kiekjes voor op internet:
van
dochtertjelief verkleed als snoezige
elf
van zes, van de poes die met haar
teddybeertje
slaapt, de kerstboom die
is
opgetuigd voor het behang waartegen
de
familie compleet hangt ingelijst,
de
tafel die al feestelijk is gedekt,
van
al dat ach zo intieme, en van die
oliebol
met krent, slechts één minieme,
of
– verrek! – vent, is dat je zelfportret?