- 19 januari 2017
De locatie is een stukje hel op aarde. De tot Nationaal
Museum voor Contemporaine Kunst (EMST) omgebouwde brouwerij van FIX (vernoemd
naar de Duitser Fuchs die onder de vergriekste naam Fix in Athene bier begon te
brouwen) staat ingeklemd tussen in- en uitvalswegen die garant staan voor onophoudelijk
dreunend gedruis en de stank en damp van uitlaatgassen. Naar het grote, compact
aandoende grijs geschilderde gebouw oversteken lijkt zelfs bij eindelijk groen
licht voor voetgangers, rennen voor je leven. Terwijl de wandeling erheen die
we voor onszelf hadden uitgestippeld nog wel zo fraai was. Eerst over de sinds
de Olympische Zomerspelen van 2004 fraai geplaveide en geheel verkeersvrije Dionysiou
Areopagitou onder langs de Akropolis, dan over de slingerpaden tussen pijnbomen
en laurierstruiken geleidelijk aan omhoog naar het monument op de
Philopapposheuvel, met als beloning dat geweldige uitzicht over de stad, de
baai van Piraeus, het eiland Aegina en daarachter de plans van de
Peloponnesische bergen, vervolgens vrij steil naar beneden en door de aflopende rustige straten van de Koukakiwijk.
Eenmaal aan de
overkant van de zesbaanse Syngrou, zoeken we vergeefs een verwijzing naar een
ingang, tot een iemand van een bewakingsfirma ons naar de Kalirroiszijde
verwijst. Daar lijkt de ingangspartij berekend op een geweldige toestroom van
bezoekers. Maar slechts één van de meerdere deuren is te openen. Het is bijna
kwart voor vijf. We hebben op de site van de instelling gelezen dat de toegang
op donderdagavond vanaf 17.00 uur gratis is. Ik vraag naar de prijs van een
ticket. De jongeman achter de kleine balie kijkt met tegenzin op van zijn
smartphone en noemt een bedrag. En over een kwartier? vraag ik. ‘It is free.’
En, nee, we mogen nu niet alvast naar binnen. Druk is het er niet. Ik tel een
stuk of tien mensen die in de veel te grote ruimte drentelen, staan of zitten,
duidelijk ook in afwachting van het begin van het zesde namiddaguur. Wel kan ik
daar meteen een werk van een van mijn meest nietfavoriete hedendaagse kunstenaars
zien hangen: zo’n stijf draadwerk in de vorm van een lange jurk met allemaal
groene kevers erop bevestigd, en met op het toelichtende bordje uiteraard iets
over een ‘engel’.
De toon is
gezet, de verwachting is gewekt, mijn humeur is navenant. En dat humeur wordt er
even later niet meer beter op. Wat er te zien is op twee verdiepingen is een ‘ontmoeting’
tussen Antwerpen en Athene. Als je zoiets aangekondigd ziet staan weet je
eigenlijk al hoe laat het is.
Griekse en Belgische kunstenaars zijn aan elkaar
gekoppeld om ‘urgente conversaties’ te voeren. Con-sept! Wat een armzalige
bedoening, wat een bedenkselarijen, wat een gebrek aan mogelijkheden tot
kijkplezier. Maar eigenlijk zie je juist op deze geforceerde plek de
overschatting van ‘namen’ als Luc Tuymans (hier met een waarschijnlijk naar een
oude ansichtkaart of zoiets op die altijd even saaie, matte, vlakke manier nageschilderde
Vlaamse dorpsstraat – misschien schildert hij zo saai om het dorp saai te laten
lijken, haha), Guillaume Bijl met een geordend stukje rommelmarkt (ik vraag me
altijd af hoe zo’n ‘kunstwerk’ vervoerd en weer geassembleerd wordt – wie weet
krijgt de artiest daar een mooi reisje voor aangeboden), en van Wim Delvoye…