woensdag 15 juni 2016

NOTITIES VOOR DE VLAKGOM: STATIONSGANGERS



Vaak kun je het beste met potlood schrijven.
          Opeens een zeer persoonlijke link tussen Gottfried Benn en W.H. Auden. Bij een passage in de ‘novelle’ Die Reise uit 1915 van de eerste. In die tekst neemt de protagonist Rönne (partieel alter ego van Benn) zich voor om vanuit zijn standplaats Brussel met de trein Antwerpen te bezoeken. Gottfried Benn was in dat jaar legerarts in het door de Duitsers bezette Brussel. Zijn adres was Bernardusstraat 1.


Rönne stelt zich voor hoe hij als een man van de wereld met de trein zal reizen en het station van bestemming verlaat:

Grote operaties, zoals de trein, je tegenover een heer voelen zitten, het uit het eindstation naar buiten stappen met de bewuste actie richting plaats van handeling: dat waren allemaal aangelegenheden die zich slechts in het geheim konden afspelen, in zichzelf konden worden ondergaan, troosteloos en diep.

Vanuit Benns Brusselse adres is het Gare du Midi het station dat het meest dichtbij is. Voor de hand liggend dat Rönne-Benn voor zijn reis dus allereerst daarheen gaat, zou je denken. En dat hij daar naderhand ook terugkeert.
Het Gare du Midi vormt de titel en is de locatie van een gedicht van W.H. Auden uit de laatste maand van 1938. Opeens zie ik niet alleen meer een spion of terrorist in dat stationsgedicht de trein verlaten (of een homoseksuele dichter), maar ook een legerarts in burger, van een bezettende macht.

gare du midi/zuidstation

Zomaar een sneltrein uit het zuiden, rond
De controle drommend volk, een gezicht
Dat door geen burgemeester wordt vereerd
Met tressen of trompet: iets om de mond
Wekt in passanten angst en medelijden.
Sneeuw valt. Zijn koffertje lijkt vederlicht,
Nu hij de stad zo monter infecteert:
Wellicht komen er vreselijke tijden.

(De vertaling is van Benno Barnard.*)

Auden reisde begin december 1938 allereerst van Engeland naar Parijs. Van Parijs ging hij met de trein naar Brussel, om er te verblijven bij Christopher Isherwood in een appartement op nummer 70 aan de Square Marie-Louise.
 
Maar qua feitelijkheden rammelt mijn associatie echt van alle kanten. Auden was acht jaar toen Benn in Brussel was. En op zijn 31ste zal hij Die Reise niet hebben gekend. Maar daarvan afgezien: waarom stapte Auden of diens alter ego niet pas uit op of stapte hij niet over naar Brussel Noord? Immers zíjn verblijfsadres is veel dichter bij het Noordstation dan bij het Zuidstation. Het antwoord is even simpel als jammer: net als Noord was Zuid in 1938 nog steeds een kopstation! Er bestond helemaal geen spoorwegverbinding dwars door de stad. Derhalve had Rönne er ook helemaal niets aan om naar het Gare du Midi te gaan met Antwerpen als eindbestemming. Bovendien: terwijl Audens figuur op het Zuidtstation van Brussel uitstapt, stelt die van Benn zich voor in Antwerpen uit te stappen… 
          Toch lijkt het erop dat ik Rönne nu nooit meer helemaal uit Audens gedicht weg kan gummen.
* uit W.H. Auden, Nee, Plato, nee, gedichten - keuze en vertalingen door Benno Barnard, Huub Beurskens en Wiel Kusters, Meulenhoff Amsterdam 2009