Een week geleden stond ik weer eens
op de Campo dei Fiori in Rome voor het standbeeld ter gedachtenis aan de publiekelijke
verbranding op die plek van Giordano Bruno op last van de kerkelijke rechtbank, op de dag af 350 jaar voor mijn geboorte. Het weerhield me er niet van opnieuw met een
bepaalde opwinding en een zowel historiserend, nostalgisch als esthetisch genot
menig kerkgebouw te bezoeken en me er zelfs in opgenomen, thuis te voelen. Hoe verfoeilijk ik ook allerlei daden vind die in
de loop der eeuwen uit naam van de katholieke Kerk zijn begaan, ik houd van de
kerkgebouwen en van hun religieuze kunst (mits gebouwd of vervaardigd vóór het
midden van de vorige eeuw).
De dag na mijn
geboorte werd ik rooms-katholiek gedoopt. Onlangs heb ik het besluit genomen om
me officieel te laten uitschrijven uit het doopregister. Waarom? ('Dat contraritueel is zowat het kinderachtigste wat een volwassen mens kan doen,' noteerde een vriend van me eens in zijn publieke dagboek.') Ik wist het
zelf niet goed. Nog niet althans. Uitspraken van paus Benedictus XVI over het
gezin als hoeksteen van de samenleving en het daarmee impliciet afwijzen van
andere partner- en levenskeuzen, leken de aanzet ertoe te geven. ‘Leken’, want
ik had nooit een andere visie van de grote mannen van het katholicisme als
kerkelijke institutie gekend en verwacht. Misschien was het veeleer zo dat ik
de Kerk van mezelf wilde zuiveren, ik hoorde er immers al decennia niet meer
echt bij, woonde nooit meer een misdienst bij, ging dus ook nooit meer ter
communie, ik biechtte niet en bad evenmin, want geloofde in god noch hiernamaals.
Met andere woorden: ik had eigenlijk helemaal geen recht meer om als
rooms-katholiek ergens te boek te staan, zeker niet in het ledenregister van de
vereniging zelf.
Echter pas toen
ik antwoord ontving op mijn schriftelijk ingediende verzoek om uitschrijving,
besefte ik ten volle waarom het terecht was geweest dat ik me had laten
uitschrijven!
Allereerst kreeg
ik een brief van de ‘Parochiefederatie Tegelen – Steyl – Belfeld’. (Ik neem aan
dat dit een samenraapsel is van de resterende brokstukken van de inmiddels ontmantelde
parochies Sint Martinus, Heilig Hart van Jezus, Sint Joseph, Sint Rochus, Sint
Urbanus.)
Geachte heer Beurskens,
Afgelopen week ontvingen wij van u een
schriftelijk verzoek tot uitschrijven uit het doopregister. Het doopsel is
geregistreerd in de St. Martinusparochie te Tegelen op 19 februari 1950.
Uiteraard respecteren we dit verzoek tot
uitschrijven en in het doopregister is een aantekening gemaakt van uw
uittreding uit de R.K. Kerkgemeenschap per 4 januari 2013.
Wij wensen u alle goeds toe voor de
toekomst.
Met vriendelijke groeten, (…)
Pardon? Alle goeds voor de
toekomst? Geen banvloek? Geen dreigement met hel en verdoemenis? Of op zijn
minst eerst eens een invitatie tot een persoonlijk gesprek? Of een vriendelijk
maar dringend verzoek een en ander nog eens goed te overwegen?
Vijf
dagen later viel een brief van het bisdom Roermond in de bus. Daar zou je het
dan toch hebben… Onder de datum 10 januari 2013 schreef mr G.H. Smulders lic.,
Secretaris van de bisschop me:
Geachte heer Beurskens,
In antwoord op uw schrijven van 24
december jl. [een toch niet willekeurig gekozen datum, meende ik – HB] bevestig ik uw uitschrijving als rooms
katholiek.
[Volgt
nog enige technische informatie omtrent SILA – Stichting Interkerkelijke Leden
Administratie – en de te verwachten brief van de doopparochie – die ik dus al
had ontvangen.]
Inmiddels verblijf ik,
met vriendelijke groet, (…)
… Je als voetballer van SV Nieuw
Sloten uitschrijven bij de KNVB lijkt me stukken lastiger! Greenpeace zal je
tot in het graf met bedelbrieven blijven achtervolgen als je het lidmaatschap
opzegt, maar door de R.K. Kerkgemeenschap word je namens de bisschop vriendelijk
uitgewoven…
Geen
wonder dat ik er niet meer bij wil horen, verdomme! Watjes.
Vanochtend om vijf voor halfelf
hoorde ik, zoals elke zondagochtend om dezelfde tijd, hier in de multiculturele
Amsterdamse Oosterparkbuurt, een katholiek klokje klimpen zoals altijd het
kapelklokje klimpte van het Nazarethklooster achter de muren in de Limburgse straat
waar ik opgroeide. Nostalgie. Maar dat niet alleen, denk ik. Want opeens dacht
ik, wist ik, als officieel nietmeerkatholiek, maar voor mezelf nog lang niet
uitgeschreven, dat ik binnenkort best weer eens ter communie zou kunnen gaan,
en dat allerminst uit balsturigheid. Het idee alleen al gaf me een prettig
gevoel: vrij om katholiek te zijn.