Onvertaalbare poëzie kan niet vaak genoeg worden vertaald. ‘Thirteen
Ways of Looking at a Blackbird’ uit Wallace Stevens’ bundel Harmonium (1931, 1947) is zo’n heerlijk geval:
dertien uiterst korte gedichten waarvan elk woord wel dertien keer lijkt te
tellen.
Vertaler Paul
Claes vat vrijwel alles aan wat een niet te klaren klus is. Dus ook dit. In een
oplage van 126 exemplaren verscheen bij Druksel zijn aanpak van de dertien
gedichten, met de oorspronkelijke teksten erbij.
Een hebbedingetje, in de beste
zin. Het nodigt uit tot variëren. Het vertaalwerk van Claes is in orde, maar
het vertalen, want lezen is bij deze reeks van Stevens, zoals gezegd nooit af.
Als betrokken lezer probeer je vanzelf varianten uit, nog andere wijzen om die
tekstjes van Stevens te lezen, en daar gaat het allemaal om, lijkt me.
Een paar voorbeelden.
Among twenty snowy mountains,
The only moving thing
Was the eye of the blackbird.
Claes:
Tussen twintig sneeuwbergen
Was het enige wat bewoog
Het oog van de merel.
Ligt het aan mij dat ik die ‘sneeuwbergen’ als veel kleiner zie dan de ‘snowy mountains’? En nu ik er zo bij stilsta, bestaan ze misschien wel alleen maar uit sneeuw, bergen van sneeuw, in tegenstelling tot die Amerikaanse. Hoe en wat dan wél? De vraag doet Stevens’ besneeuwde bergen rijzen.
Al helemaal onvertaalbaar in het Nederlands is nummer twee:
I was of three minds,
Like a tree,
In which there are three blackbirds.
Claes:
Ik had drie dingen in de zin,
Als een boom
Waar drie merels in zitten.
Het eerste regeltje van Stevens is als de vaas van Rubin, het bekende voorbeeld van bistabiele waarneming: of je ziet de witte vaas, of je ziet twee zwarte gezichten, maar je kunt de voorstellingen niet allebei tegelijk zien, wel afwisselend.
De vertaling ervan kiest, waarschijnlijk noodgedwongen, voor slechts één mogelijkheid. De andere mogelijkheid is namelijk gelegen in de interpretatie dat de ‘Ik’ gevormd wordt door, bestaat uit ‘three minds’, zoals bepaalde subatomaire deeltjes bestaan uit drie quarks. En daar blijft het niet bij, want hardop gelezen lijkt dat ‘three’ wel verdacht veel op ‘tree’, de boom die boom wordt door de ‘three’ (tree-)blackbirds die erin zitten.
Ik bespeur trouwens de neiging
tot een kortere variant, met eindrijm, van Claes’ derde regel: ‘Met drie merels
erin.’
Enfin, mede dankzij Paul Claes
heb ik inmiddels alweer veel meer dan dertien keer ‘Thirteen Ways of Looking at a
Blackbird’ gelezen.
ps
En iets zo simpel als dit, waarbij het gedicht zich tevens over zichzelf bezint?
Ik was van drie zinnen
Als een boom
Met drie merels erin.
ps ii
Toch nóg iets. (Als je er weer eenmaal mee bezig bent, kun
je er niet gauw meer afblijven.)
Nummer xi:
He rode over Connecticut
In a glass coach.
Once, a fear pierced him,
In that he mistook
The Shadow of his equipage
For blackbirds.
Claes maakt van die eerste regel: ‘Hij reed Connecticut door’.
Peter Nijmeijer maakte er eerder (in De
mooiste van Wallace Stevens, 2003) ‘Hij reed door Connecticut’ van.
Toch levert dat beide keren
weinig zin, want te weinig zinvol beeld op. Merels op de grond meteen onder die
koets…?
Beeld en (sprookjesachtige) zin
komen er wél wanneer de sprookjesachtige glazen koets wordt gezien als een
voertuig dat zich in en door de lucht beweegt, dus over Connecticut heen: naar beneden (dwars door zijn glazen koets)
kijkend, dus van bovenaf, kan het dan gebeuren dat die ‘Hij’ de schaduw van
zijn equipage aanziet voor een vlucht merels. (Een van de grote verschillen
tussen de Amerikaanse en de Europese merels is dat die aan de andere kant van de oceaan in troepen
vliegen.)
Dat zou ook een goede verklaring
zijn voor het ‘afwijkende’ gebruik van het voorzetsel ‘over’. De glazen koets, aldus Eleanor Cook in A Reader’s Guide to Wallace Stevens (Princeton, New Jersey 2007) ‘travels
“over Connecticut” (not “through” or “across”, more usual prepositions).’
Zie ook op Nonnolles: An Other Way of Looking at Stevens