donderdag 27 november 2008

DE CORRECTE DYNAMIEK - VLAAMSEKANTTEKENINGEN I


‘Voor het Vlaamse poëtische systeem is Nederland een buitenland, net zoals Frankrijk, Amerika of India dat zijn,’ aldus de drie samenstellers van de bloemlezing Hotel New Flandres in hun voorwoord.

Impliceert dit dat in Vlaanderen ook andere taalsysteemregels gelden dan in Nederland?
Niet alleen de zinsconstructie van de stelling laat zoiets vermoeden. Men schrijft in Vlaanderen kennelijk ‘einzelgängers’ (pagina 23), waar Nederlanders zich met ‘einzelgänger’ ietsje meer schatplichtig tonen aan hun oosterburen. Ook wordt in Vlaanderen het woord ‘aantal’ grammaticaal behandeld als meervoudsvorm: ‘een aantal bundels (…) zien het daglicht’ op pagina 28. Waar Nederlanders menen dat na het voegwoord ‘als’ enkele voorbeelden volstaan, doen Vlamingen er na die voorbeelden nog een schepje bovenop: ‘We denken dan aan dichters als Mark van Tongele, Marc Tritsmans (… volgen nog acht namen …), enz.’ Rubenisten, hè!

Er zijn meer zulke voorbeelden van een eigen Vlaams taalsysteem te vinden in deze inleiding. Het lijken kleinigheden, maar wat zijn kleinigheden voor lezers van Vlaamse gedichten die soms uit niet meer dan enkele tientallen woorden bestaan? Alleen al de plaatsverwisseling van twee woorden kan een wereld van verschil oproepen. Dat weten Dirk van Bastelaere en 'consoorten' als geen anderen. Een Vlaamse wereld tegenover een Nederlandse, Franse, Amerikaanse of Indiase. Daarvan getuigt meteen de eerste de regel van het voorwoord.
Ogenblikkelijk moet je als Nederlandse lezer toegeven dat jij gedoemd bent in een andere wereld te leven dan die van Magritte en Delvaux.
Hotel New Flandres in Sint-Niklaas, zo staat er, kun je zien vanuit de trein Antwerpen-Gent, hoe het daar staat, ‘op een ongemakkelijke hoek van het Stationsplein (…) met kamers voornamelijk uitkijkend op de spoorlijn.’
Hoe saai zijn dan hotels in Nederland met voornamelijk kamers uitkijkend op de spoorlijn
Wanneer je dat eenmaal beseft en inziet dat je niet anders kunt dan de boven aangehaalde stelling over de aparte status van het Vlaamse poëtische systeem onderschrijven, kun je misschien ook iets vatten van het enigmatisch poëtische karakter van deze zin op pagina 13, in plaats van hem als een droogstoppel af te doen als een talige denkfout: ‘Toch is de dynamiek die Eliot beschrijft correct.’