De vormgeving van mijn roman Kid (Meulenhoff 2007) is en blijft van
een grote wonderbaarlijkheid. Ik mag dat zelf zeggen, meen ik, omdat die
vormgeving niet mijn werk was, en omdat ik iets dergelijks in de commerciële
boekenproductie niet ken. Ik begrijp nog steeds niet waarom er destijds niet
meer exemplaren zijn verkocht, louter en alleen vanwege de vormgeving…
Voor
die vormgeving tekende bepaaldelijk Chris Vermaas die samen met zijn
echtgenote Chin-Lien Chen onder de naam Office of CC werkt.
Wat
ik had aangeleverd, herinner ik me, was een reproductie van een schilderij van
Rembrandt van Rijn, en in een voorgesprek had ik het een en ander over de vorm
van de roman verteld en over de inhoud en het verloop van de gebeurtenissen,
waarbij de angst van een jongen om de keel te worden doorgesneden de
katalysator was.
Van die Rembrandt is niet veel meer
overgebleven, zou je kunnen zeggen. Echter, het gebruikte detail heeft iets
autonooms gekregen, door de sterke uitvergroting én tegelijk vervaging is het
een achtergrondbeeld geworden dat veeleer op zichzelf raadselachtig of
intrigerend wordt dan dat het (anekdotisch) naar (een ander kunstwerk met) een
verhaal verwijst. Inhoudelijk is dat, zoals bij de lectuur van de roman zal
blijken, ook zeer adequaat. Tevens is exact het juiste detail gekozen: de hand
van de vader op de mond van zijn zoon, de kwetsbaar geworden keel. Doordat het
detail zo groot en vaag is werkt het ook meteen als achtergrond waarover
belettering mogelijk is; er gaat voor de verbeelding niets achter de typografie schuil.
Zo
vaag als die achtergrond is, zo groot en niet mis te verstaan, ook in zijn kapitale
schreefloosheid, is de titel KID. Die
naam, onder meer Engels voor ‘jochie’, staat letterlijk en figuurlijk dwars op
de fysieke kwetsbaarheid van de jongen. Er lijkt zelfs bloed aan te zitten, uit
iets als een geritste snee… Maar wacht, nee, dat is natuurlijk de auteursnaam
in het bloedrood, met eronder in het diepzwart, heel klein, de naam van de
uitgeverij en de genreaanduiding roman! Druist dat niet in tegen het door mij
aangehangen beginsel dat alle tekst op een voorplat van een boek ogenblikkelijk
leesbaar moet zijn? Ja, maar niet tegen dat andere beginsel: Tenzij.
Terzijde:
aan weinig heb ik in beginsel zo'n grondige hekel als aan prominente
auteursnamen, dat wil zeggen, aan auteursnamen als handelsmerk.
Tenzij dus.
Die
auteursnaam op Kid heeft hier even
een andere functie. Onthoud dat ‘even’. Al op de rug is hij, net zo groot, in
dezelfde kleur en hetzelfde quasi handschriftelijke lettertype, veel
prominenter aanwezig (net als het beeldmerk van de uitgeverij), terwijl de
titel zich juist veel kleiner presenteert.
Maar dat laatste, die titel op de rug hangt
letterlijk weer volkomen samen met die op de voorzijde van het boek. De stok
van de K loopt, zonder dat de letter
aan duidelijkheid inboet, over op de rug (zoals aan de overzijde de D voor een even groot deel wordt
afgesneden zonder aan duidelijkheid in te boeten). Op de rug raken de I en D
van de rugtitel – dus niet de K – aan
de driehoek van die stok van de voorplat-K!
Precies dit is het wat deze vormgeving zo bijzonder maakt: de samenhang, de
voeling van alles met elkaar.
Want
nu slaan we het boek eens open; de D
met zijn afsnijding nodigt ons al de hele tijd daartoe uit. Verrassend wat daar
dan, op de zogeheten Franse pagina te zien is: de driehoek van de stok van de K op de rug, exact op dezelfde hoogte,
maar dan zwart en gespiegeld… KID
staat er heel klein naast.
Ombladeren nu, naar de titelpagina. ‘Onthoud
dat “even”,’ bemerkte ik zojuist. Op de titelpagina is de auteursnaam
prominent, in precies hetzelfde lettertype, met dezelfde grootte en op de
dezelfde positie als die voorop. En nu is hij zwart. Alsof nu, na de titel, de
schrijver aan het woord gaat komen, zoals het hoort. De genreaanduiding en de
naam van de uitgeverij zijn los van elkaar wat opzij en naar beneden geschoven.
Maar de romantitel, KID, is nog
steeds even groot, staat nog altijd op dezelfde positie, alleen is hij niet
meer wit, maar héél lichtgrijs, want hij is niet op deze en de
tegenoverliggende bladzijde gedrukt, maar hij schemert erdoorheen… De vormgever
heeft het gewaagd – en met welk succes! – om gebruik te maken van de
transparantie van het papier (en heeft zich dus ook met de keuze ervan
beziggehouden).
Wanneer we nu die titelpagina omslaan, zien
we KID vet zwart gedrukt op de linker
pagina, op de positie en daarmee als het ware precies de achterzijde van de
witte KID op het voorplat…
Ik vind het nog steeds verbluffend. En fraai,
fijn én zinnig. Ook verderop in het binnenwerk wordt gewerkt met
papiertransparantie, met verschillende lettertypes en groottes, zonder dat het
de eigenlijke lectuur van de roman stoort, integendeel.
Je
moet als auteur verwonderd dankbaar zijn voor zoveel liefde; dat ben ik nu dan
ook andermaal.
Office
of CC verzorgde trouwens nog meer boeken van me. Van met name Chin is het omslagontwerp
voor mijn verhalenbundel Dieman
(2009):
Zonder ook hier gedetailleerd op in te gaan,
wil ik toch even stilstaan bij wat een van de opmerkelijkste dingen aan dit
omslag is, ook ‘bedacht’ door de vormgever. Het ontbreken van een auteursnaam
en titel op het voorplat. Want? Simpel: het is een uitgave in eigen beheer,
niet bedoeld voor in de etalage of op de tafel van een boekhandel; naam en titel
derhalve alleen op de rug, voor wanneer je die in je boekenkast thuis moet
herkennen tussen andere ruggen.
Dit
is eveneens prachtig werk van Office of CC, het bestiarium dat ik voor Artis
mocht samenstellen (ook het binnenwerk is om van te smullen):
En er is nog het een en ander. Maar zonder
uitputtend te zijn, tot slot nog iets over een andere Meulenhoffuitgave die
door Office of CC werd verzorgd. Er hoort een triest stukje
uitgeefgeschiedschrijving bij.
Uitgeverij
Meulenhoff was in 2010 helaas al verder heen dan op zijn retour toen de toenmalige
uitgeefster met het even onverwachte als joviale idee kwam om twee dingen van
me, te weten een lang gedicht en een essaybundel, gelijktijdig en als eenheid, als
een soort twee-eiige tweeling uit te geven. Met dat gegeven ging Chris Vermaas
/ Office of CC vervolgens aan het werk, wat dit als resultaat had:
Het werd een faliekante mislukking omdat 1–
de uitgeverij het duo niet als schier onafscheidelijke eenheid aanbood en
verkocht, en 2– beide boeken (buiten mijn medeweten) werden geproduceerd als Printing On Demand, waardoor er door de
boekhandel nauwelijks of niet werd ingekocht, er zelfs geen klein voorraadje
werd aangelegd en het duo niet eens in de ramsj kon belanden. Dit nu stemt me
andermaal droef.