donderdag 30 april 2015

HET BLIJE GEZICHT VAN HET CULTUURGENOT

In NRC Handelsblad van vandaag krijgt Rijksmuseumdirecteur Wim Pijbes een hele pagina toebedeeld voor een zelfpromotiepraatje, waarin hij aangeeft dat hij en zijn 675 personeelsleden (die hij ‘collega’s’ noemt) ‘gelukkig […] merendeels blije gezichten’ zien, maar dat hij beseft ‘misschien […] tegen de grenzen van een plezierig bezoek aangelopen’ te zijn. Maar toch, desondanks…, geweldig goed wat het Rijks allemaal doet. Kortom, zo’n typische manager aan het woord.
         Het gaat over de speciale tentoonstelling van werken van de zogeheten ‘Late Rembrandt’. Een regelrechte ramp voor wie meent echt goed naar een paar Rembrandts te kunnen kijken die je misschien niet zo vaak kunt zien, want daar is op die tentoonstelling totaal geen plek voor. Je kunt alleen tussen schouders en hoofden door kijken of proberen zo voor te dringen dat je, in rug en zij gepord, het hele schilderij door je nabijheid niet meer kunt overzien. ‘Voor kinderen onder de 18 is de toegang overigens altijd gratis,’ aldus Pijbes. Maar – ik spreek uit ervaring van twee frustrerende flitsbezoeken – die kinderen waren en zijn er nauwelijks te zien. Wel héél veel kinderen boven de 60, een groot deel van hen gewapend met mobieltjes om boven de hoofden uit foto’s en nog eens foto’s te maken. Een geluk bij een ongeluk: een selfie met een Rembrandt kunnen ze vergeten.
Het klinkt misschien vreselijk elitair wat ik hier beweer en waarschijnlijk is het dat ook, maar de meeste bezoekers hebben geen ‘blije gezichten’ vanwege de kracht en pracht van Rembrandts werk, want, nogmaals, dat is simpelweg niet fatsoenlijk te bekijken, dus dat kán niet. Maar ze zijn blij vanwege het feit ‘erbij’ te zijn, weer zo’n cultuurhype te mogen meemaken.
‘Was jij al bij Matisse in het Stedelijk?’ ‘Nee, maar wij hebben voor volgende week gereserveerd. Jij?’ ‘Het was geweldig!’ Soortgelijke dialoogjes, tussen dames – ja, altijd dames –: ik heb ze verschillende keren gehoord.
Daarbij staat men zich te verdringen voor De staalmeesters of Het Joodse bruidje… Maar die schilderijen hangen toch bijna altijd gewoon van vroeg tot laat in het hoofdgebouw van het museum?
In dat hoofdgebouw kwam ik weer wat op adem, zelfs in de zogenaamde eregalerij, en aan mijn trekken. En weet je voor wat? Voor een paar prachtige ‘vroegere’ Rembrandts. Geen last van zich verdringend publiek, totaal niet zelfs…
Het is de cultuurmachinerie, zoals die dagelijks wordt geolied en op volle toeren draait in een televisieprogramma als De Wereld Draait Door (waar mijnheer Pijbes niet voor niets graag zijn opwachting maakt), die de mensen ‘blije gezichten’, want een goed gevoel van cultuurgenot bezorgt. De kunstwerken zelf zullen daarbij in geen enkel opzicht iets in of aan hun leven veranderen.


Intussen lopen de van hype tot hype trekkende cultuurhordes blind, doof en achteloos alles omver en onder de voet wat er in een wereld die maar om zichzelf tollend doordraait wordt genegeerd en er dus niet toe doet. Is het dan nog gek dat je liever onder een steen kruipt? Immers al wat en wie er niet bij is wat de doordraaiende wereld in de aanbieding heeft, leeft ‘onder een steen’, aldus presentator Matthijs van Nieuwkerk. Je zult wel moeten.