In NRC Handelsblad
van vandaag krijgt Rijksmuseumdirecteur Wim Pijbes een hele pagina toebedeeld voor
een zelfpromotiepraatje, waarin hij aangeeft dat hij en zijn 675 personeelsleden
(die hij ‘collega’s’ noemt) ‘gelukkig […] merendeels blije gezichten’ zien,
maar dat hij beseft ‘misschien […] tegen de grenzen van een plezierig bezoek
aangelopen’ te zijn. Maar toch, desondanks…, geweldig goed wat het Rijks allemaal
doet. Kortom, zo’n typische manager aan het woord.
Het gaat over
de speciale tentoonstelling van werken van de zogeheten ‘Late Rembrandt’. Een regelrechte
ramp voor wie meent echt goed naar een paar Rembrandts te kunnen kijken die je
misschien niet zo vaak kunt zien, want daar is op die tentoonstelling totaal
geen plek voor. Je kunt alleen tussen schouders en hoofden door kijken of proberen
zo voor te dringen dat je, in rug en zij gepord, het hele schilderij door je
nabijheid niet meer kunt overzien. ‘Voor kinderen onder de 18 is de toegang
overigens altijd gratis,’ aldus Pijbes. Maar – ik spreek uit ervaring van twee frustrerende
flitsbezoeken – die kinderen waren en zijn er nauwelijks te zien. Wel héél veel
kinderen boven de 60, een groot deel van hen gewapend met mobieltjes om boven
de hoofden uit foto’s en nog eens foto’s te maken. Een geluk bij een ongeluk:
een selfie met een Rembrandt kunnen ze vergeten.
Het klinkt misschien vreselijk
elitair wat ik hier beweer en waarschijnlijk is het dat ook, maar de meeste
bezoekers hebben geen ‘blije gezichten’ vanwege de kracht en pracht van
Rembrandts werk, want, nogmaals, dat is simpelweg niet fatsoenlijk te bekijken,
dus dat kán niet. Maar ze zijn blij vanwege het feit ‘erbij’ te zijn, weer zo’n
cultuurhype te mogen meemaken.
‘Was jij al bij Matisse in het
Stedelijk?’ ‘Nee, maar wij hebben voor volgende week gereserveerd. Jij?’ ‘Het
was geweldig!’ Soortgelijke dialoogjes, tussen dames – ja, altijd dames –: ik
heb ze verschillende keren gehoord.
Daarbij staat men zich te verdringen
voor De staalmeesters of Het Joodse bruidje… Maar die
schilderijen hangen toch bijna altijd gewoon van vroeg tot laat in het hoofdgebouw
van het museum?
In dat hoofdgebouw kwam ik weer wat
op adem, zelfs in de zogenaamde eregalerij, en aan mijn trekken. En weet je
voor wat? Voor een paar prachtige ‘vroegere’ Rembrandts. Geen last van zich
verdringend publiek, totaal niet zelfs…
Het is de cultuurmachinerie, zoals
die dagelijks wordt geolied en op volle toeren draait in een televisieprogramma
als De Wereld Draait Door (waar mijnheer Pijbes niet voor niets graag zijn
opwachting maakt), die de mensen ‘blije gezichten’, want een goed gevoel van
cultuurgenot bezorgt. De kunstwerken zelf zullen daarbij in geen enkel opzicht
iets in of aan hun leven veranderen.
Intussen lopen de van hype tot hype
trekkende cultuurhordes blind, doof en achteloos alles omver en onder de voet
wat er in een wereld die maar om zichzelf tollend doordraait wordt genegeerd en
er dus niet toe doet. Is het dan nog gek dat je liever onder een steen kruipt? Immers
al wat en wie er niet bij is wat de doordraaiende wereld in de aanbieding heeft,
leeft ‘onder een steen’, aldus presentator Matthijs van Nieuwkerk. Je zult wel moeten.