Gisteravond enkele minuten onthullende televisie bij het aanstaande optreden van Haitham al Haddad vanavond in De Balie, op loopafstand bij mij vandaan. In Nieuwsuur werden aan de fundamentele moslim per satellietverbinding enkele vragen voorgelegd door programmapresentatrice Mariëlle Tweebeeke. Zij legde hem onder meer enkele uitspraken voor die hij gedaan zou hebben in een publicatie uit 2001, getiteld The Science of Victory: de joden werden daarin varkens en apen genoemd. ‘Geen uitspraken van mij,’ aldus Haitham al Haddad, ‘want dat artikel is een vertaling.’ Vertaalfouten dus. Nogal cruciale in dit geval. Maar die zijn er meer geweest in de geschiedenis der religieuze mensheid. Dat Michelangelo zijn Mozes hoorns op zijn kop zette is te wijten aan zo’n vertaalfout, net als het feit dat in de uitbeelding van Romeinse mythologische verhalen de god Vulcanus vaak vergezeld wordt door apen. Intussen vraag ik me af of het niet langzaam tijd wordt dat iemand die zichzelf graag als academicus beschouwt – of zou het ‘Science’ van de titel ook een vertaalfout zijn? –, ophoudt met soorten uit het dierenrijk symbolisch te blijven ijken. Al 334 jaar geleden wees, op loopafstand van waar zich nu De Balie bevindt, de godvruchtige Jan Swammerdam erop dat een luis heel wat meer en anders was dan een diertje welks naam je het beste kon gebruiken om er bepaalde medemensen mee te etiketteren: ‘Ik presenteer UEd. alhier den almagtigen vinger Gods in de anatomie van een luys.’
Geen wonder dat Al Haddad intussen niet snapt waarom hij niet zou mogen deelnemen aan een ‘academisch’ debat op de Vrije Universiteit; de academici van die universiteit weten het zelf kennelijk niet eens.
Het meest onthullende deel van het satellietgesprek ging – uiteraard – over de onthulling. Al Haddad verklaarde niet naar de televisiestudio te willen komen omdat hij dan het gevaar liep te worden geïnterviewd door een vrouw, dat wil zeggen, een als vrouw herkenbare vrouw, dus zo eentje in onthullende kleding. Via de satelliet met een vrouw praten, was voor Al Haddad geen probleem, dat was alleen maar praten, daarbij hoefde je de vrouw niet voor je te zien. De reactie van Mariëlle Tweebeeke daarop was even defensief als, onbewust, geniaal: ‘Very decent, I can assure you.’ En van het ene op het andere moment gaat het gezicht van de baardige Prinzipienreiter even glimlachend open en kan ik door een spleet in zijn kop kijken om te zien What is on a man's mind…
Wat Al Haddad dan zegt is écht een aperte leugen: 'Ik heb u niet gezien.'
De taal staat je namelijk niet toe om iets te ontkennen of te zeggen niet te willen zien zonder het tegelijkertijd vóór je te zien. Ik durf niet te beweren dat de man de verschijning van een presentatrice in weliswaar ‘decente’ kledij maar zonder slipje voor ogen kreeg – zoals dat nu dus hier gebeurt –, maar dat hij er iets minder decents bij zag dan hij zei te willen, was gewoonweg aan hem af te zien.
Zo zie ik ook, wanneer Al Haddad zegt dat overspelige vrouwen gestenigd moeten worden, concreet vrouwen die gestenigd worden. Dat kan nooit en te nimmer slechts een abstracte gedachte zijn of worden. Geen iconoclasme is opgewassen tegen de beelddwingelandij van de taal. In feite is elk iconoclasme slechts verhullende schijn. Of je zou de taal moeten afschaffen en een leven moeten gaan leiden als de varkens en de apen.