Er wordt hier en daar stampvoetend geprobeerd een beetje digitaal stof te doen opwaaien naar aanleiding van een stukje van Francisco van Jole op een site van de VARA. Van Jole verdient geld met verstand hebben van ontwikkelingen in de digitale wereld. In zijn stukje beweert hij dat het papieren boek (eigenlijk net zo’n pleonasme als een koikarper of een APK-keuring) binnen afzienbare tijd helemaal zal verdwijnen. Hij is allesbehalve de eerste met die profetie. Maar waar bepaalde literatuurders over vallen is Van Jole’s mededeling dat hij ‘tachtig procent’ van de boeken die hij bezat heeft weggedaan: ‘en ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Sterker nog, ik overweeg nog eens met de stofkam door de rest te gaan om te zien wat er nog meer weg naar het antiquariaat kan.’
Op de site Ooteoote wordt gewag gemaakt van ‘de blinde vlek van Francisco van Jole’. Op zijn welbekende, op de man spelende wijze probeert G. Komrij deze boekenopruimer zelf uit de weg te ruimen. Men reageert bijna alsof deze man aanzet en oproept tot een autodafe van de literatuur.
Maar in zijn Varasitestukje rept Van Jole met geen woord over literatuur! Wie heeft hier de grootste blinde vlek? Het merendeel der boeken op onze planet bevat helemaal geen literatuur. Wie zegt dat er bij die tachtig procent van Van Jole’s boekenbezit een paar percent literaire boeken zat? Sowieso, tachtig procent: hoeveel boeken waren dat? Zestien? Tachtig? Driehonderdzestig? Had of heeft Van Jole überhaupt veel boeken? En wie verplicht zijn medeburgers literatuur in huis te hebben? Wie weet betrof het boeken als Wordperfect for Dummies.
Er zijn blijkbaar mensen die bij het woord ‘boek’ alleen aan (de heilige) ‘literatuur’ kunnen denken.
Zelf heb ik nogal wat boeken. Nogal wat te veel. Ik kan ze eigenlijk niet meer fatsoenlijk kwijt. Francisco van Jole wordt door G. Komrij neergezet als een man in zijn midlife die, indien hij niet samenwoont met een vrouw die inmiddels ‘veraardappeld’ is, er een jong en uiteraard cultureel dom nieuw vriendinnetje op nahoudt dat graag naar witte muren zit te kijken.
(Hoe haalt iemand dat soort perfide en seksistische quatsch in zijn hoofd? Ik vermoed door te vergeten naar het schrikbeeld in de spiegel te kijken.)
Ik snak zelf naar meer stukjes witte muur. En het wordt hoog tijd dat er boeken de deur uitgaan, veel boeken. Van mijn part gaan ze niet eens naar een antiquariaat, maar rechtstreeks naar de vuilverbranding. Ik heb echt nooit meer iets aan die dingen. Ja, daar zit dan ook zogenaamde literatuur bij. Maar het leeuwendeel wordt gevormd door boeken over de meest uiteenlopende onderwerpen, biologie, sterrenkunde, landen, munten, auto’s, spoorwegen, speelgoed, muziek, oorlog, tuinieren, circussen, een complete encyclopedie, woordenboeken, natuurkunde, enzovoort. Vaak zijn ze daarbij ook nog groot en rijk geïllustreerd. Maar stuk voor stuk hopeloos veraardappeld, onnut en niet meer sexy in het gebruik. Ze kunnen allemaal zonder een centje pijn worden vervangen door de muisklik, dezelfde muisklik waarmee ik dat stukje van Komrij nu weer laat verdwijnen, want de papieren krant lees ik net als Francisco van Jole al lang niet meer: ik wil bepaalde lieden niet op mijn keukentafel hebben liggen, opgeruimd staat netjes.