Essay over de recente roman The Sense of an Ending van Julian Barnes, geconfronteerd met Een doodgewoon leven van Karel Čapek.
(...) wat is dit een vele malen boeiender gedachtenexperiment dan dat in Julian Barnes’ The Sense of an Ending! Er nog van afgezien – hoewel dat een volkomen verkeerde formulering is, want er mag en kan niet van worden afgezien – dat Karel Čapek zoveel concreter, observerender, lyrischer en gedoseerder schrijft dan Barnes; zo herneemt en herschikt Čapek gedachten, terwijl Barnes ze repeteert, en het korte hoofdstuk 11 waarin de setting van het kleine eindstation wordt beschreven is simpelweg poëzie in proza in de allerbeste zin, dat wil zeggen, in al zijn melancholisch stemmende aandacht voor de concrete wereld, poëzie als Aristotelische immanentie.
Na de (her)lezing van Een doodgewoon leven verbleekt het povere, eendimensionale mensbeeld dat in The Sense of an Ending wordt geëtaleerd ten enenmale. (...)
(...) wat is dit een vele malen boeiender gedachtenexperiment dan dat in Julian Barnes’ The Sense of an Ending! Er nog van afgezien – hoewel dat een volkomen verkeerde formulering is, want er mag en kan niet van worden afgezien – dat Karel Čapek zoveel concreter, observerender, lyrischer en gedoseerder schrijft dan Barnes; zo herneemt en herschikt Čapek gedachten, terwijl Barnes ze repeteert, en het korte hoofdstuk 11 waarin de setting van het kleine eindstation wordt beschreven is simpelweg poëzie in proza in de allerbeste zin, dat wil zeggen, in al zijn melancholisch stemmende aandacht voor de concrete wereld, poëzie als Aristotelische immanentie.
Na de (her)lezing van Een doodgewoon leven verbleekt het povere, eendimensionale mensbeeld dat in The Sense of an Ending wordt geëtaleerd ten enenmale. (...)
Het essay is HIER te lezen.