zaterdag 1 oktober 2011

ROGGEMAN REVISITED


Lezing te houden op 9 december a.s. tijdens een studiedag over het werk van Willy Roggeman; Studiecentrum voor Experimentele Literatuur, Universiteit Gent.


Kennismaking met het werk van Willy Roggeman rond mijn twintigste betekende kennismaking met een literatuurbenadering die geheel, en wel op intrigerende wijze afweek van de in de Nederlandse literatuurbeschouwing gangbare opvatting, alsmede kennismaking met auteurs over wier bestaan me op de middelbare school praktisch niets was verteld: Georg Trakl, Gottfried Benn, Carl Einstein, Else Lasker-Schüler, Robert Musil, Franz Kafka, Rainer Maria Rilke, René Gysen, Paul Valéry… Hoe clichématig het ook klinkt, er gingen werelden voor me open. Gretig las ik Roggeman en diens auteurs. Het lukte me zelfs, nog als student aan de kunstacademie, met Roggeman in contact te komen, met als gevolg een jarenlange correspondentie met een frequentie van vrijwel wekelijks een (allesbehalve korte) brief van zowel hem als mij. Eveneens clichématig maar net zo evident is het feit dat daar op een gegeven moment een vrij abrupt einde aan moest komen en ook gekomen is: noem het de noodzakelijke vader- of leraarmoord. Kennelijk moest ik me van Roggemans dictaat bevrijden.
Sindsdien (een paar decennia) las ik nauwelijks of niets meer van hem. Zijn boeken verdwenen in een van de rijen achter de voorste in mijn boekenkast. Inmiddels haal ik ze daar weer vandaan, een voor een, te beginnen met de boeken van toen die ‘het deden’, zoals Het zomers nihil en, naderhand, De goddelijke hagedisjes en – ik schreef er bij verschijnen in 1980 nog een paginagroot stuk over in De Volkskrant – Lithopedia. Benieuwd naar een Willy Roggeman revisited.