Volmer had geen kuiten! Volmer had geen benen maar beentjes! Volmer had beentjes want geen kuiten! Daar was dus zijn macht op school vandaan gekomen en op gebaseerd: van het verheimelijken van het hebben van geen kuiten...
Had ik maar kunnen zwemmen en was ik maar bij de zeeverkenners gegaan!
En na een poosje diep te hebben nagedacht, lukte het mij eindelijk de inhoud van Jan van Nijlens gedichtregels die ik voor Volmer had moeten opzeggen in begrijpelijke taal om te zetten:
Kuiten, kuiten, kuiten, kuiten,
kuiten kuiten, kuiten, kuiten.
(Met dank aan Witold Gombrowicz)