woensdag 26 juni 2024

DOMME NOTITIE


Een literair criticus in diskrediet – is dat geen pleonasme? – krijgt weer een vaste stek in een landelijk periodiek en laat publiekelijk weten uit te kijken “naar het weerzien van oude bekenden – of zij dat leuk vinden of niet”. Dus niet zozeer naar het lezen, niet naar het schrijven erover, niet naar boeken, maar naar mensen, medemensen dus, niet naar de lezende medemensen, maar naar de schrijvende in en achter hun boeken. Het gaat ook niet om een weerzien met maar van die mensen. Eigenlijk zouden weer en zien hier los van elkaar geschreven moeten worden. En of die schrijvende mensen dat nou leuk vinden of niet, ze zullen weer bekeken en gekeurd worden. De formuleringen maken duidelijk waar het de criticus om te doen is: gevreesd willen zijn. En waarmee kun je iemand die gevreesd wil zijn een grote dienst bewijzen? Met het benadrukken van wat hij wil. Dit was een domme notitie.


dinsdag 25 juni 2024

DE URGENTIE VAN ALICIA

 


“Urgent is ook zo’n woord – maar dat is het strijdtoneel van Huub Beurskens, telkens als ik dat woord hoor denk ik aan Beurskens en wordt de spreker ontmaskerd met de schampere lach van Beurskens.”

         Aldus Johan Velter op zijn weblog.

Het gebruik van de benaming “strijdtoneel” is wellicht een tikkeltje overdreven, maar het klopt dat ik al lang allergisch ben voor het willen verheffen van kunst en kunstenmakers middels waarde, inhoud en diepgang suggererende, maar in feite lege of misleidende termen en woorden als “onderzoek” en “urgentie”.

         Zie bijvoorbeeld deze beschouwing van tweeëntwintig jaar geleden.

_________________

PS Er zullen er uit de aard der zaak zijn die mijn afkerigheid toeschrijven aan mijn eigen gebrek aan urgentie.

zondag 23 juni 2024

HERTA MÜLLER OPEN BRIEF


In 1987 publiceerden we in Het Moment (voor het eerst in het Nederlands) vertaald proza van de toen 33jarige Herta Müller. In 2009 ontving ze de Nobelprijs. En onlangs publiceerde ze een open brief over Israël en Hamas, hier te lezen in Engelse vertaling: https://truthofthemiddleeast.com/herta-muller/


maandag 10 juni 2024

REMBRANDTS GUM

 


Rembrandt gebruikte geen gum. Dat niet alleen omdat potlood en vlakgom in zijn tijd nog niet waren uitgevonden. Ook niet omdat hij zo’n knap tekenaar was – hij was briljant – dat hij nooit fouten of vergissingen maakte, maar omdat hij van zijn fouten of vergissingen gebruikmaakte, waardoor die niet bleven wat ze waren.

________________________

Voorplatideetje en eerste alinea van een, net als dat hieronder, nooit tot stand gekomen en uitgegumd boekproject.

 


woensdag 5 juni 2024

ALS LALE IETS GEBEURD

 


De hoogleraar kan maar niet van Lale afblijven. Andermaal acht hij het nodig haar de les te lezen en haar op een door hem te bepalen inferieure plaats in de letterkunderangorde te zetten. Over haar werkelijke inzet, over de islamitische cultuur en de concrete gevaren die Lale Gül loopt als gevolg van haar publieke ontworsteling eraan, andermaal geen woord.

         Ik heb er onlangs wat mij betreft al voldoende over gezegd. Ik wil daar alleen nog aan toevoegen dat bedreigingen, zowel bij de bedreigde als de bedreiger, niets maar dan ook niets met letterkunde en correct taalgebruik van doen hebben om effect te kunnen hebben. Zie hierboven een van de vele voorbeelden.

         Maar wel nog iets over het volgende.

         Zijn recente charge opent de hoogleraar met een drietal voorbeelden uit de literatuurhistorie, voorbeelden ‘van reacties van boze schrijvers over hun critici.’ (Moet dat niet ‘op hun critici’ zijn?) Om die vervolgens te gebruiken om Lale Gül naar beneden te halen door te stellen dat in haar reacties op de kritiek ‘totaal de stilistische brille of superieure humor ontbreekt.’

         Het eerste voorbeeld komt van niemand minder dan Goethe. Ik laat graag de eer aan Marcel Reich-Ranicki om met de Goethe van dat voorbeeld de vloer aan te vegen.

         Het tweede voorbeeld komt van Hugo Claus. Veel respect mijnerzijds voor van alles en nog wat van Claus – maar wat is dit!?  Stilistische brille? Superieure humor? Het is niets anders dan een zielig staaltje machisme, waarbij de tegenstander dient te worden neergezet als een kereltje dat nog minder is dan een ventje zonder pik en ballen. Nee, dan d'n Hugo, zulle! Wat een niveau...

         Iets dergelijks stumperigs komt ook voor in voorbeeld drie, waarin macho Wolkers zijn vijandige criticus neerzet als een ‘ziekelijk kapoentje’, een gecastreerde haan dus die bovendien ‘van de leg’ is ‘geraakt’ – ? En wat bedient die Wolkers zich verder van een nodeloos omslachtige taalbombast!

         Humor? Brille? Sneu geliteratuur is het.

 

 

zaterdag 1 juni 2024

INDOCTRINATIE

 


Objectiever kan het nauwelijks of niet, is mijn stellige indruk van een wetenschappelijke tekst over hoe ‘de negatieve of-constructie (NoC) geworteld is in de grammatica van het Nederlands.’ Een tekst die – ben gewaarschuwd – als volgt eindigt:

‘Ook al zijn er dus gevallen waarin voorwaardelijkheid en temporaliteit samengaan, we mogen niet concluderen dat voorwaardelijkheid het onderliggende grondprincipe is van de NoC. Willen we hier generaliseren, dan mogen we alleen stellen dat er in de constructie een duale informatieverdeling ligt opgesloten, die een vaste, causaal-conditionele, dan wel sequentieel-temporele ordening vertoont. Het is een tweeslag, waarin de lineariteit vastligt. De voorzin fungeert in alle gevallen als een antecedens, waarbij de volgzin niet een altijd een gevolg aanduidt, maar in ieder geval wel een consequens.’

Desondanks of misschien juist wel daardoor meende ik opeens te kunnen en mogen zien hoe stil indoctrinatie werkt.

         De taalconstructies die door de auteur als uitgangspunt voor zijn wetenschappelijke beschouwing worden gebruikt, vormen een kop en een onderkop onder een foto op een voorpagina van de NRC. ‘Nog niet begonnen, of de ambities botsen al,’ staat daar, en: ‘Het coalitieakkoord zit vol tegenstrijdige plannen.’

         ‘De kop was de aandachttrekker, de ondertitel verschafte de nodige context,’ aldus de taalwetenschapper. Op de inhoudelijke betekenis, de kritische en politieke strekking, de inhoudelijke suggestie van die formuleringen gaat hij met geen woord in. En dan maakt hij in zijn zuivere taalanalyse uiteraard al helemaal geen woord vuil aan het feit dat die twee constructies onder een zeer bepaalde foto zijn geplaatst.

         Intussen echter staan ze daar maar pontificaal een mening en oordeel te verkondigen terwijl de foto erboven zo is gekozen dat vier politici erop elk een andere kant op lijken te bewegen, waarbij drie van hen de ogen gesloten lijken te hebben en de vierde van hen weg kijkt, naar iets helemaal buiten beeld.

         Allemaal onbesproken gedrag in dat wetenschappelijke artikel. En toch, hoe dan ook, door datzelfde artikel als opinie geponeerd.

         Nu wil ik helemaal niet beweren dat dit met opzet zo is gedaan. De auteur van de tekst ken ik totaal niet. Wie weet heeft hij hier verder volstrekt niet over nagedacht, wie weet heeft hij bij de laatste verkiezingen op de PVV of BBB gestemd, geen idee, werkelijk niet. En hoeveel mensen zouden nou zo'n stuk over negatieve of-constructies lezen? Maar, zoals gezegd, opeens meende ik te zien hoe indoctrinatie (of framing) zijn werk kan doen.