Een literair criticus in diskrediet – is dat geen pleonasme? – krijgt weer een vaste stek in een landelijk periodiek en laat publiekelijk weten uit te kijken “naar het weerzien van oude bekenden – of zij dat leuk vinden of niet”. Dus niet zozeer naar het lezen, niet naar het schrijven erover, niet naar boeken, maar naar mensen, medemensen dus, niet naar de lezende medemensen, maar naar de schrijvende in en achter hun boeken. Het gaat ook niet om een weerzien met maar van die mensen. Eigenlijk zouden weer en zien hier los van elkaar geschreven moeten worden. En of die schrijvende mensen dat nou leuk vinden of niet, ze zullen weer bekeken en gekeurd worden. De formuleringen maken duidelijk waar het de criticus om te doen is: gevreesd willen zijn. En waarmee kun je iemand die gevreesd wil zijn een grote dienst bewijzen? Met het benadrukken van wat hij wil. Dit was een domme notitie.
woensdag 26 juni 2024
DOMME NOTITIE
Een literair criticus in diskrediet – is dat geen pleonasme? – krijgt weer een vaste stek in een landelijk periodiek en laat publiekelijk weten uit te kijken “naar het weerzien van oude bekenden – of zij dat leuk vinden of niet”. Dus niet zozeer naar het lezen, niet naar het schrijven erover, niet naar boeken, maar naar mensen, medemensen dus, niet naar de lezende medemensen, maar naar de schrijvende in en achter hun boeken. Het gaat ook niet om een weerzien met maar van die mensen. Eigenlijk zouden weer en zien hier los van elkaar geschreven moeten worden. En of die schrijvende mensen dat nou leuk vinden of niet, ze zullen weer bekeken en gekeurd worden. De formuleringen maken duidelijk waar het de criticus om te doen is: gevreesd willen zijn. En waarmee kun je iemand die gevreesd wil zijn een grote dienst bewijzen? Met het benadrukken van wat hij wil. Dit was een domme notitie.
dinsdag 25 juni 2024
DE URGENTIE VAN ALICIA
“Urgent is ook zo’n woord –
maar dat is het strijdtoneel van Huub Beurskens, telkens als ik dat woord hoor
denk ik aan Beurskens en wordt de spreker ontmaskerd met de schampere lach van
Beurskens.”
Aldus Johan Velter op zijn weblog.
Het gebruik van de benaming “strijdtoneel”
is wellicht een tikkeltje overdreven, maar het klopt dat ik al lang allergisch
ben voor het willen verheffen van kunst en kunstenmakers middels waarde, inhoud en
diepgang suggererende, maar in feite lege of misleidende termen en woorden als “onderzoek” en “urgentie”.
Zie bijvoorbeeld deze beschouwing van tweeëntwintig jaar geleden.
_________________
PS Er zullen er uit de aard der zaak zijn die mijn afkerigheid toeschrijven aan mijn eigen gebrek aan urgentie.
zondag 23 juni 2024
HERTA MÜLLER OPEN BRIEF
In 1987 publiceerden we in Het Moment (voor het eerst in het Nederlands) vertaald proza van de toen 33jarige Herta Müller. In 2009 ontving ze de Nobelprijs. En onlangs publiceerde ze een open brief over Israël en Hamas, hier te lezen in Engelse vertaling: https://truthofthemiddleeast.com/herta-muller/
maandag 10 juni 2024
REMBRANDTS GUM
Voorplatideetje en
eerste alinea van een, net als dat hieronder, nooit tot stand gekomen en uitgegumd boekproject.
woensdag 5 juni 2024
ALS LALE IETS GEBEURD
De hoogleraar kan maar niet van Lale afblijven. Andermaal acht hij het nodig haar de les te lezen en haar op een door hem te
bepalen inferieure plaats in de letterkunderangorde te zetten. Over haar werkelijke
inzet, over de islamitische cultuur en de concrete gevaren die Lale Gül loopt
als gevolg van haar publieke ontworsteling eraan, andermaal geen woord.
Ik heb er onlangs
wat mij betreft al voldoende over gezegd. Ik wil daar alleen nog aan toevoegen dat bedreigingen,
zowel bij de bedreigde als de bedreiger, niets maar dan ook niets met
letterkunde en correct taalgebruik van doen hebben om effect te kunnen hebben.
Zie hierboven een van de vele voorbeelden.
Maar wel nog
iets over het volgende.
Zijn recente
charge opent de hoogleraar met een drietal voorbeelden uit de
literatuurhistorie, voorbeelden ‘van reacties van boze schrijvers over hun
critici.’ (Moet dat niet ‘op hun critici’ zijn?) Om die
vervolgens te gebruiken om Lale Gül naar beneden te halen door te stellen dat
in haar reacties op de kritiek ‘totaal de stilistische brille of superieure
humor ontbreekt.’
Het eerste
voorbeeld komt van niemand minder dan Goethe. Ik laat graag de eer aan Marcel
Reich-Ranicki om met de Goethe van dat voorbeeld de vloer aan te vegen.
Het tweede voorbeeld komt van Hugo Claus. Veel respect mijnerzijds voor van alles en nog wat van Claus – maar wat is dit!? Stilistische brille? Superieure humor? Het is niets anders dan een zielig staaltje machisme, waarbij de tegenstander dient te worden neergezet als een kereltje dat nog minder is dan een ventje zonder pik en ballen. Nee, dan d'n Hugo, zulle! Wat een niveau...
Iets
dergelijks stumperigs komt ook voor in voorbeeld drie, waarin macho Wolkers
zijn vijandige criticus neerzet als een ‘ziekelijk kapoentje’, een gecastreerde haan dus die bovendien ‘van de leg’ is ‘geraakt’ – ? En wat bedient die Wolkers
zich verder van een nodeloos omslachtige taalbombast!
Humor? Brille?
Sneu geliteratuur is het.
zaterdag 1 juni 2024
INDOCTRINATIE
Objectiever kan het nauwelijks
of niet, is mijn stellige indruk van een
wetenschappelijke tekst over hoe ‘de negatieve of-constructie (NoC) geworteld is in de
grammatica van het Nederlands.’ Een tekst die – ben gewaarschuwd – als volgt
eindigt:
‘Ook al
zijn er dus gevallen waarin voorwaardelijkheid en temporaliteit samengaan, we
mogen niet concluderen dat voorwaardelijkheid het onderliggende grondprincipe
is van de NoC. Willen we hier generaliseren, dan mogen we alleen stellen dat er
in de constructie een duale informatieverdeling ligt opgesloten, die een vaste,
causaal-conditionele, dan wel sequentieel-temporele ordening vertoont. Het is
een tweeslag, waarin de lineariteit vastligt. De voorzin fungeert in alle
gevallen als een antecedens, waarbij
de volgzin niet een altijd een gevolg aanduidt, maar in ieder geval wel een consequens.’
Desondanks of misschien juist
wel daardoor meende ik opeens te kunnen en mogen zien hoe stil indoctrinatie
werkt.
De taalconstructies die door de auteur als uitgangspunt voor
zijn wetenschappelijke beschouwing worden gebruikt, vormen een kop en een
onderkop onder een foto op een voorpagina van de NRC. ‘Nog niet begonnen, of de
ambities botsen al,’ staat daar, en: ‘Het coalitieakkoord zit vol
tegenstrijdige plannen.’
‘De kop was de aandachttrekker, de ondertitel verschafte de
nodige context,’ aldus de taalwetenschapper. Op de inhoudelijke betekenis, de
kritische en politieke strekking, de inhoudelijke suggestie van die
formuleringen gaat hij met geen woord in. En dan maakt hij in zijn zuivere
taalanalyse uiteraard al helemaal geen woord vuil aan het feit dat die twee constructies
onder een zeer bepaalde foto zijn geplaatst.
Intussen echter staan ze daar maar pontificaal een mening en
oordeel te verkondigen terwijl de foto erboven zo is gekozen dat vier politici erop
elk een andere kant op lijken te bewegen, waarbij drie van hen de ogen gesloten
lijken te hebben en de vierde van hen weg kijkt, naar iets helemaal buiten
beeld.
Allemaal onbesproken gedrag in dat wetenschappelijke artikel.
En toch, hoe dan ook, door datzelfde artikel als opinie geponeerd.
Nu wil ik helemaal niet beweren dat dit met opzet zo is
gedaan. De auteur van de tekst ken ik totaal niet. Wie weet heeft hij hier
verder volstrekt niet over nagedacht, wie weet heeft hij bij de laatste verkiezingen
op de PVV of BBB gestemd, geen idee, werkelijk niet. En hoeveel mensen zouden nou zo'n stuk over negatieve of-constructies lezen? Maar, zoals gezegd, opeens meende ik
te zien hoe indoctrinatie (of framing) zijn werk kan doen.