dinsdag 30 mei 2023

ACH, EUROPA



 


Ach, Europa, met in je steden

al de dieren die de mens benijden:

konden zij maar leven zoals hij leeft

in alle vier de seizoenen, zonder besef

van wat hem voortbracht, wat hij ervan

maakt en hoe hij het straks

achterlaat, heel de ravage.

 

Goudvissen in de Villa Borghese

zwemmen naar de rand van hun vijver

om door het water de mens op de kant

aan te spreken: dat het zo droefgeestig maakt

rond te moeten zwemmen

onder het gespiegel van een en al afbraak

der eeuwen terwijl uit bodemslijk

nietvergetenkunnen welig groeit.

Maar de mens verstaat zich niet

met zulke taal, gooit monter nog wat brood

dat hij niet opkan en gaat

benijdenswaardig rechtop verder.

 

Katten spreken vanaf de tomben

van Montparnasse de mens toe

die er slechts loopt te lanterfanten in de zon:

dat het zo weemoedig maakt de ooit

befaamde namen boven eeuwen gebeente

te moeten zitten lezen, wetende dat

gekomen is wat komen moest,

hardsteenbarst, grafkettingroest.

De mens echter laat zich met

zulke gedachten niet in, hij lacht

zo onbekommerd als bomen ruisen,

en is voor altijd geschikt voor de uitvinding

van de draaimolen en de korte broek.

 

Ach, Europa, zie hoe onbezwaard

hij paart. O, de mens die straks gewoon

liggen gaat om stilletjes te sterven,

in een vuile hoek in een steegje,

tussen oude kranten, onder een struik

in het Retiropark, of in een kartonnen

doos in een schuurtje of garage.