woensdag 1 februari 2023

REHABILITATIE

 


– Of hoe de lectuur van een gedicht opeens finaal kan kantelen. –

Aanvankelijk was ik er helemaal van overtuigd dat alle kritiek van mijn correspondentievriendin op dat poëziegeschenkgedicht van Miriam Van hee terecht was. (Zie mijn vorige post.)

Maar toch, toch… Het bleef me bezighouden. Zo’n rommeltje kon het toch niet zijn wat Van hee had afgeleverd? Andermaal en nog eens las ik het gedicht.

we brachten de tijd aan het zwembad door

schaduw was schaars, warmte viel zinderend

neer, uit groene, verweerde deurtjes kwamen

kinderen aangestormd in roze badpakken

 

waarop hello kitty stond, het gaf een vrolijk,

kletsend geluid, ze vroeg me: hoe kan ik vriendjes

maken? ik leerde haar zeggen: ‘je m’appelle’ en dat

ze mee wilde spelen, we keken toe hoe de middag

 

verstreek, ik stelde een spelletje voor, wat ze

wel wilde maar ze verloor, ze was waar alles

gebeurde, verveling is een vorm van verlangen,

 

wij vouwden de handdoeken op, kochten

wat er te koop was, een ijsje, een roze rugzak,

in een armband stond haar naam geschreven

 

Tja, dat zinderend neervallen van de warmte, het uit de deurtjes komen…

Maar plotseling, wie weet bij de vijfde of zesde keer dat ik het las, gebeurde het dat het gedicht voor me kantelde, dat ik het eindelijk las en zag zoals het denkelijk geschreven was, dat het op zijn plek viel! Namelijk als het verslag van een moeder die met haar dochtertje aan een openluchtbad zit, en dat er andere meisjes, Franstalige, uit de kleedhokjes komen rennen, dat het dochtertje graag met die meisjes zou willen spelen, maar het niet durft, dus maar bij haar moeder blijft, de moeder die haar probeert af te leiden zonder dat het lukt, want het dochtertje blijft met haar aandacht bij die andere kinderen, haar verlangen om mee te doen wordt niet ingelost, en aan dat gevoel van groeiende vergeefsheid kunnen naderhand ook geen ijsje, geen nieuwe rugzak nog iets verlichten, of een armband met haar naam erin, die ze alleen maar aan andere kinderen hoefde te laten zien, integendeel...

Mooi.

En wat vond die in Cap Martin ervan?

‘Merde! Nu zie ik het ook.’