‘Wat leven we toch in een shinende tijd!’ dacht ik toen ik de
pleidooien las om oude dus ouderwetse dus onleesbaar en ongenietbaar geworden
Nederlandse literatuur te hertalen! Bij mij zorgde dat ogenblikkelijk voor een
onstuitbare impuls van creatieve drift. Ik dacht er al meteen over na hoe ik het
gedicht over de Singer (een ouderwetse diselektrische, adigitale machine waar
je zelf thuis zeg maar ‘kleding’ mee kon naaien en zo) van Paul van Ostaijen
(een ouderwetse, ooit epic Belgische modernist) zou kunnen gaan hertalen. Moest
de Singer een Macbook Pro worden? Of een iPhone SE 2? Of juist een VESPA GTV
300 SEI GIORNI LIMITED EDITION? En zou ik de naam van de dichter niet ook
moeten hertalen? Bijvoorbeeld tot Ostai Possie? Wat een goals! Wat een tijden
zonder verveling!
En ik dacht ook
meteen aan Vondel, de rapper die zich naar dat chille park had genoemd. Constantijntje, t’ zaligh kijntje,/Cherubijntje,
van om hoogh,/D’ydelheden, hier beneden,/Vitlacht met een lodderoogh: dat
rapte op zich al swag, man!
Hoogste tijd om
er hedendaagse tekstuele mindfuck van te maken! En van dat gedicht van
diezelfde Vondel over Amsterdam moest toch ook een feestje gemaakt kunnen
worden!
Ook las ik een
blogger (al is bloggen echt dood #geenhaat) die zich afvroeg wat het doel van
literatuuronderwijs is. Kinderen winnen voor literatuur, vond hij. En dat deed
je niet door ze te dwingen, er was immers ook geen enkel boek geschreven om
onder dwang te worden gelezen.
Yolo! Dit is
echt goud, dacht ik. Had ik maar in deze tijd op de middelbare school gezeten.
Dan was ik onmiddellijk naar me scheikundeleraar gestapt met de opmerking dat
geen enkele scheikundige formule was geschreven om onder dwang te worden
gelezen! En naar me natuurkundedocent! En die van wiskunde! Hey, economicsman:
was Keynes een leipe kinderslavendrijver? En ik was naar me gymleraar gestapt
met de opmerking dat er geen enkel touw was gevlochten om iemand te dwingen erlangs
tot aan het plafond van de sportzaal te klimmen. Dus dat!
Ik nam me voor
om met dat Amsterdamding van Vondel te beginnen. Er moesten toeristen in, hash,
coke, veel bier, veel gechill, neppe gangsters…
Maar zou dat dan
nog wel ‘hertalen’ zijn? Wat stond er eigenlijk ooit daar bij die Joost VAN DEN
Vondel? Neem deze uitspraak: ‘Wat volken ziet ze niet beschijnen van de maan,/Zij
die zelf wetten stelt de ganse Oceaan?’ Hertaald: Amsterdam Rules the World en hou verder je bek. – Zoiets kan inhoudelijk toch gewoon
niet meer in deze tijd van Me Too en het aan de kaak stellen van voormalig
kolonialisme!
Moet je dat wel willen
hertalen? Ik ben niet op die koloniale shit, juist omdat ik zelf een bakra ben.
Moet het je niet veeleer aanzetten tot andersoortige acties? Dus ik heftig
swipen. ‘Wij willen toch ook niet wonen in de Adolf Hitlerstraat?’ las ik al
gauw ergens. En meer van dat. Nee, natuurlijk niet, ja. En in plaats van te ‘hertalen’
– opeens vond ik dat woord absoluut niet happening – trek ik derhalve morgen
met een groep mede-activisten naar de Amsterdamse Vondelstraat om te eisen dat
die straatnaam wordt veranderd in Vondelparkstraat, om te voorkomen dat mensen
denken dat die straat naar die zeventiende eeuwse rapper is genoemd die echt
geen baas meer is. No fatoe!
Lekker goings!
Shinende tijden!