donderdag 19 april 2018

SHINENDE TIJDEN


‘Wat leven we toch in een shinende tijd!’ dacht ik toen ik de pleidooien las om oude dus ouderwetse dus onleesbaar en ongenietbaar geworden Nederlandse literatuur te hertalen! Bij mij zorgde dat ogenblikkelijk voor een onstuitbare impuls van creatieve drift. Ik dacht er al meteen over na hoe ik het gedicht over de Singer (een ouderwetse diselektrische, adigitale machine waar je zelf thuis zeg maar ‘kleding’ mee kon naaien en zo) van Paul van Ostaijen (een ouderwetse, ooit epic Belgische modernist) zou kunnen gaan hertalen. Moest de Singer een Macbook Pro worden? Of een iPhone SE 2? Of juist een VESPA GTV 300 SEI GIORNI LIMITED EDITION? En zou ik de naam van de dichter niet ook moeten hertalen? Bijvoorbeeld tot Ostai Possie? Wat een goals! Wat een tijden zonder verveling!
        En ik dacht ook meteen aan Vondel, de rapper die zich naar dat chille park had genoemd. Constantijntje, t’ zaligh kijntje,/Cherubijntje, van om hoogh,/D’ydelheden, hier beneden,/Vitlacht met een lodderoogh: dat rapte op zich al swag, man!
        Hoogste tijd om er hedendaagse tekstuele mindfuck van te maken! En van dat gedicht van diezelfde Vondel over Amsterdam moest toch ook een feestje gemaakt kunnen worden!
        Ook las ik een blogger (al is bloggen echt dood #geenhaat) die zich afvroeg wat het doel van literatuuronderwijs is. Kinderen winnen voor literatuur, vond hij. En dat deed je niet door ze te dwingen, er was immers ook geen enkel boek geschreven om onder dwang te worden gelezen.
        Yolo! Dit is echt goud, dacht ik. Had ik maar in deze tijd op de middelbare school gezeten. Dan was ik onmiddellijk naar me scheikundeleraar gestapt met de opmerking dat geen enkele scheikundige formule was geschreven om onder dwang te worden gelezen! En naar me natuurkundedocent! En die van wiskunde! Hey, economicsman: was Keynes een leipe kinderslavendrijver? En ik was naar me gymleraar gestapt met de opmerking dat er geen enkel touw was gevlochten om iemand te dwingen erlangs tot aan het plafond van de sportzaal te klimmen. Dus dat!
        Ik nam me voor om met dat Amsterdamding van Vondel te beginnen. Er moesten toeristen in, hash, coke, veel bier, veel gechill, neppe gangsters…
        Maar zou dat dan nog wel ‘hertalen’ zijn? Wat stond er eigenlijk ooit daar bij die Joost VAN DEN Vondel? Neem deze uitspraak: ‘Wat volken ziet ze niet beschijnen van de maan,/Zij die zelf wetten stelt de ganse Oceaan?’ Hertaald: Amsterdam Rules the World en hou verder je bek. – Zoiets kan inhoudelijk toch gewoon niet meer in deze tijd van Me Too en het aan de kaak stellen van voormalig kolonialisme!
        Moet je dat wel willen hertalen? Ik ben niet op die koloniale shit, juist omdat ik zelf een bakra ben. Moet het je niet veeleer aanzetten tot andersoortige acties? Dus ik heftig swipen. ‘Wij willen toch ook niet wonen in de Adolf Hitlerstraat?’ las ik al gauw ergens. En meer van dat. Nee, natuurlijk niet, ja. En in plaats van te ‘hertalen’ – opeens vond ik dat woord absoluut niet happening – trek ik derhalve morgen met een groep mede-activisten naar de Amsterdamse Vondelstraat om te eisen dat die straatnaam wordt veranderd in Vondelparkstraat, om te voorkomen dat mensen denken dat die straat naar die zeventiende eeuwse rapper is genoemd die echt geen baas meer is. No fatoe!
        Lekker goings! Shinende tijden!