Er
waren altijd dichters en ze zijn er nog steeds, die zo onmodieus waren en zijn,
dat ze volstrekt werden en worden genegeerd door de ‘actuele’ en dus dominante
literatuur- en cultuurdragers, hoewel ze gedichten schreven en schrijven waar
het werk van menige bijdetijdse dichter niet aan kon en kan tippen.
Bovenstaand
meer dan fraaie gedicht met zijn parlando-achtige lyriek, is er een illustratie van. Het staat in Gaasterlandse hymnen en gedichten, de
nieuwe bundel van Maria de Groot (1937), uitgegeven door [nooit eerder van
gehoord] Elikser te Leeuwarden.