In NRC
Handelsblad van 12 mei jl. tekende de schrijver Christiaan Weijts protest aan tegen het mogelijk door de Nederlandse staat financieren van het uitvoeren
van een plan van de kunstenaar Daan Roosegaarde tot het artistiek aankleden van
de Afsluitdijk. Weijts richt zijn pijlen op de combinatie van deze kunstenaar
met zijn werk en het ermee gemoeide geldbedrag van maar liefst 13 miljoen euro.
Hij rekent deze Roosegaarde, net als Jeff Koons, tot het type kunstenaar dat ‘de
warrige bohémien van ooit’ heeft vervangen; hij ‘is een snoeiharde ondernemer
geworden die met z’n attachékoffertje binnenstapt bij projectontwikkelaars en
ministeries en strakke presentaties tovert uit een flinterdun laptopje.’
In
NRC Handelsblad van vandaag, 17 mei,
wordt er, onder de kop ‘Schrijver, wees
solidair met de kunstenaar’, op gereageerd door Barbara Visser, behalve
filmmaker en beeldend kunstenaar, hier vooral voorzitter van de Akademie van
Kunsten (KNAW). Een cultuurdraagster dus.
Haar
protest tegen het protest is navenant. Ze is – uiteraard! – van mening dat
kunstenaars solidair met elkaar horen te zijn, om het toch al zo problematische
beeld van kunst en vooral van het subsidiëren van kunst door de overheid, niet
nog meer kwaad te berokkenen. ‘Wat de kunsten pas echt een slecht imago bezorgt,
is het onderlinge gebrek aan solidariteit, dat met de bezuinigingen op kunst en
cultuur groeit,’ schrijft ze. ‘De schrijver die zegt: met dat bedrag hadden
driehonderd romans gesubsidieerd kunnen worden, die bedoelt: het is niet te
veel geld, maar het gaat naar de verkeerde kunst. Het moet naar mijn discipline
gaan, want die is voor mij belangrijker in deze tijd van schaarse middelen.’
Allereerst
heeft ze Weijts behoorlijk fout gelezen. Hij beweert helemaal niet dat de
subsidie van de ene discipline naar de andere, de zijne, zou moeten. Maar ten
tweede: voorzitters van KNAWS en soortgelijke instituten, díe horen solidair met kunstenaars te zijn. Kunstenaars zelf echter
horen alle kunsten en kunstjes te bestrijden die in hun optiek de werkelijke
waarde van het kunstenaarsmétier aantasten. Waarom zou ik als beeldend kunstenaar, maar ook als schrijver of amateur
mondharmonicaspeler, solidair moeten zijn met bijvoorbeeld Koons, terwijl ik van mening ben dat hij
een kunst- en cultuurverlakker is?
Robert Louis Stevenson zag Walt Withman als ‘a large shaggy dog just
unchained scouring the beaches of the world and baying at the moon.’ ‘Personally I would rather have written Winnie-the-Pooh than the
collected works of Brecht,’ aldus Tom Stoppard. Of Vladimir Nabokov over
Hemingway: ‘I read him for the first time in the early 'forties, something
about bells, balls and bulls, and loathed it.’ En wat vond Virginia Woolf van Ulysses van James Joyce? ‘The work of a queasy undergraduate scratching his pimples.’
Overigens zie ik zelf, net als Christiaan
Weijts, zo goed als niks in die ledlampjes-‘kunst’ van Daan Roosegaarde – ja,
dezelfde die publiciteitsgeil naar de opnames van het programma College Tour
toog – ja, datzelfde programma waar topcrimineel Holleeder op de troon mocht
zitten –, om daar gepikeerd en mokkend weg te lopen toen hij er met naar
zijn zin te veel kritische stemmen over
zijn bezigheden werd geconfronteerd.
Dertien miljoen voor culturele nachtvervuiling van de Afsluitdijk door een windbuil? Pff…
Dertien miljoen voor culturele nachtvervuiling van de Afsluitdijk door een windbuil? Pff…