woensdag 21 augustus 2013

WILLEN WETEN WAAROM JE LEEST

John Ashbery, Ergens in Amerika
Vertaald door Ton van ’t Hof, met een nawoord van Jan Baeke, Azul Press

De Amerikaanse dichter John Ashbery (1927) heeft eens opgemerkt dat een dichter er op uit moet zijn een gedicht voort te brengen waar een criticus niets over zou kunnen zeggen. Een begrijpelijk maar utopisch idee. Begrijpelijk omdat je het gedicht of het kunstwerk zijn eigen werk wilt laten doen. Utopisch omdat er niets kan bestaan wat niet benoemd en besproken kan worden. Zelfs of misschien juist het meest zuiver abstracte schilderij is, om in zijn waarde te kunnen worden gezien (én gemaakt!), afhankelijk van taal. Dat weet Ashbery uiteraard ook. En hij is inmiddels onder de levende dichters degene over wiens werk het meest wordt geschreven, juist omdat het de besprekers van dat werk zoveel gelegenheid biedt om over de betekenis ervan, zowel in de engste als ruimste zin, te speculeren en het zodoende met speculaties van anderen oneens te zijn. Zo heeft men het erover dat Ashbery voortdurend probeert het ontstaan van een ‘kern’ in zijn gedichten te voorkomen. Of men heeft het over een ‘leeservaring’ die exclusief binnen ‘de leestijd’ ontstaat, waardoor je daarbuiten eigenlijk niet weet wat je las. (...)

Lees de hele bespreking in
De Groene Amsterdammer
van volgende week (nr. 35, 28-08-2013).