Voor het net verschenen nummer van Nexus (62, 'Poëzie van het leven', december 2012) koos en bespreekt Huub Beurskens het gedicht 'Pied Beauty' van Gerard Manley Hopkins.
'(...) Een ‘curtal sonnet’ noemde Hopkins het: een gecondenseerd sonnet. Het hele gedicht is zelf talig ‘dappled’, gevlekt en gestippeld, als de levendige forel in de stroom (die zijn roze stipsels verliest zo gauw hij uit het water is). De schoonheid van de taal is diatonisch (werkzaam in tegenstellingen, zoals ‘swift’ – ‘slow’, ‘sweet’ – ‘sour’) en tevens chromatisch (gradueel verschuivend, zoals in rijmen en alliteraties), om tekortschietende termen uit de muziekleer te gebruiken. Voor Hopkins is schoonheid een compositum van regelmaat en afwijking, in de natuur zowel als in de literatuur, een vorm van rijm ook, in de betekenis van interactie. (...)'
'(...) Een ‘curtal sonnet’ noemde Hopkins het: een gecondenseerd sonnet. Het hele gedicht is zelf talig ‘dappled’, gevlekt en gestippeld, als de levendige forel in de stroom (die zijn roze stipsels verliest zo gauw hij uit het water is). De schoonheid van de taal is diatonisch (werkzaam in tegenstellingen, zoals ‘swift’ – ‘slow’, ‘sweet’ – ‘sour’) en tevens chromatisch (gradueel verschuivend, zoals in rijmen en alliteraties), om tekortschietende termen uit de muziekleer te gebruiken. Voor Hopkins is schoonheid een compositum van regelmaat en afwijking, in de natuur zowel als in de literatuur, een vorm van rijm ook, in de betekenis van interactie. (...)'