[Bij DE EEUWIGE LOLITA]
Praktisch telkens wanneer ik er naderhand een,
kennelijk inmiddels als verouderd beschouwde Coutinhovertaling op na lees, vind
ik die simpelweg beter, alsof M. Coutinho veel meer nabokoviaans kloppend bloed
had dan latere vertalers. Dat geldt zeker ook voor de Coutinhovertaling van Lolita, die ik bezit in de gebonden
uitgave van ‘Oisterwijk/Omega Boek/Amsterdam’, zonder jaartalvermelding, met
dat vreselijke, aanstootgevende stofomslag:
Neem alleen al die enigmatische zin uit hoofdstuk 29 van
deel twee:
‘“It would have made all the difference,” said
Humbert Humbert.’
Bij Rien Verhoef (in de momenteel verkrijgbare vertaling)
wordt dat dus:
‘“Dat zou heel veel hebben
uitgemaakt,” zei Humbert Humbert.’
M. Coutinho maakte er dit van:
‘“Dan zou alles
anders gegaan zijn,” zei Humbert Humbert.”
Het verschil tussen weinig zeggende vaagheid (betreffende de
inhoud) en principiële uitspraak (betreffende inhoud én zingeving van de roman).
Zo durft
Coutinho ook meer daar waar het gaat om ‘the age when lads play with erector
sets’: ‘op een leeftijd dat jongens met erecties spelen’. Behoorlijk kort door
de bocht, maar in het Engels blijf je nu
eenmaal onmiddellijk en voor goed aan het woord ‘erector’ hangen. ‘Hijskraantjes’ is aardig speelgoed voor
de hobby der freudianen, ‘erector sets’ echter is dat hobbyisme te vlug af. ‘“Wordt
smerig, hè?”’ merkt Quilty dan ook onmiddellijk bijtend op. Nabokov: ‘“Getting
smutty, eh?”’. Verhoef, tandeloos: ‘“We worden schunnig, hè?”’
Waarom heeft
M. Coutinho nooit de Nijhoffprijs voor zijn Nabokovs gekregen?