vrijdag 7 december 2012

NASCHRIFT




Praktisch telkens wanneer ik er naderhand een, kennelijk inmiddels als verouderd beschouwde Coutinhovertaling op na lees, vind ik die simpelweg beter, alsof M. Coutinho veel meer nabokoviaans kloppend bloed had dan latere vertalers. Dat geldt zeker ook voor de Coutinhovertaling van Lolita, die ik bezit in de gebonden uitgave van ‘Oisterwijk/Omega Boek/Amsterdam’, zonder jaartalvermelding, met dat vreselijke, aanstootgevende stofomslag:
Neem alleen al die enigmatische zin uit hoofdstuk 29 van deel twee:
‘“It would have made all the difference,” said Humbert Humbert.’
Bij Rien Verhoef (in de momenteel verkrijgbare vertaling) wordt dat dus:
‘“Dat zou heel veel hebben uitgemaakt,” zei Humbert Humbert.’
M. Coutinho maakte er dit van:
         ‘“Dan zou alles anders gegaan zijn,” zei Humbert Humbert.”
Het verschil tussen weinig zeggende vaagheid (betreffende de inhoud) en principiële uitspraak (betreffende inhoud én zingeving van de roman).  
         Zo durft Coutinho ook meer daar waar het gaat om ‘the age when lads play with erector sets’: ‘op een leeftijd dat jongens met erecties spelen’. Behoorlijk kort door de bocht, maar in het Engels blijf je nu eenmaal onmiddellijk en voor goed aan het woord ‘erector’ hangen. ‘Hijskraantjes’ is aardig speelgoed voor de hobby der freudianen, ‘erector sets’ echter is dat hobbyisme te vlug af. ‘“Wordt smerig, hè?”’ merkt Quilty dan ook onmiddellijk bijtend op. Nabokov: ‘“Getting smutty, eh?”’. Verhoef, tandeloos: ‘“We worden schunnig, hè?”’
         Waarom heeft M. Coutinho nooit de Nijhoffprijs voor zijn Nabokovs gekregen?