‘Het moet toch beetje lullig zijn om in deze bloemlezing te staan. Ten eerste krijgen de dichters de reputatie slecht opgepikt te worden door de kritiek.’
Dat schrijft iemand op 8Weekly over de bloemlezing De tegenstrijdige generatie, samengesteld door Yves T’Sjoen.
Ten eerste een fraaie omkering: een reputatie krijgen doordat je niet voldoende reputatie hebt. Ten tweede (maar eigenlijk nog eerder dan ten eerste): wat is er mis met het besef dat je werk minder gezien wordt dan dat van anderen? En wat is er voorts mis mee dat iemand opmerkt zulks niet terecht te vinden? Voor wie en wat is dat lullig? Toch alleen maar voor lieden die voornamelijk geïnteresseerd zijn in de vigerende culturele pikorde? Soms zit bij die lui toevallig een interessante dichter, maar veel meer soms niet.
Wie enig historisch cultuurbesef in zijn donder heeft, weet dat het altijd zo was en nooit anders zal zijn. Naderhand blijkt meestal dat ‘de kritiek’ en daarmee ‘de reputatie’ nog de meest aan mode en dus vergankelijkheid onderhevige componenten in het culturele getijdenspel zijn.
Afgezien daarvan heeft de scribent, uit moedwil of misverstand, de crux van het bestaan van deze bloemlezing volledig over het hoofd gelezen. ‘Still going strong’ – dat is het eigenlijke motto, tegen de hijgerige verjongingsbehoefte van de huidige cultuur in. Maar als je dat eenmaal inziet en accepteert, moet je je ook bezighouden met de overige 290 pagina’s van de bloemlezing in plaats van je slechts te storen aan 11 presenteerblaadjes, luilak.