In de kleine Oost-Vlaamse stad Ninove is in deze
wintermaanden een tentoonstelling omtrent de schrijver Willy Roggeman te
bezoeken. Willy Roggeman werd in 1934 te Ninove geboren en is er praktisch
altijd blijven wonen. Yves T’Sjoen, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde,
verbonden aan de Universiteit Gent, attendeerde er via Facebook op dat ik
daar ook lig uitgestald:
“Huub
Beurskens in de expositie ‘Willy Roggeman. Een leven geschreven’. De Gentse
masterstudenten krijgen college over het bekend fenomeen van de literaire
vadermoord. Uitgestalde brieven van Beurskens en ook van Stefan Hertmans zijn
nog blijken van vroege adoratie voor een ‘totalitaire poëtica’ van Roggeman en
strenge opvattingen van vormautonomie. Enkele jaren later is de distantie een
feit.”
Inderdaad, aan
Willy Roggeman (niet te verwarren met Willem M. Roggeman) heb ik in literair
opzicht bijzonder veel te danken. Zijn werk en zijn brieven brachten me als
twintiger bij schrijvers en dichters als Georg Trakl, Gottfried Benn, Robert
Musil, Paul Valéry en leidden me binnen in opvattingen zoals die over het
kunstwerk als ding, als artefact en de positie van de maker ten opzichte van de cultuur. Iets wat bij de ontvangst in Nederland van mijn (begin)werk overigens volstrekt
niet werd (en wordt) gesignaleerd, want wie in de Hollandse literaire wereld
kende (en kent) Roggeman?
Toch moest het op een gegeven moment tot een breuk komen, inderdaad. Elf jaar geleden hield ik er aan de Gentse universiteit een lezing over. De tekst ervan is hier nog steeds te lezen: http://ooteoote.nl/2011/12/de-kanaries-in-hun-kooien-huub-beurskens/
Voor de expositie zie: https://www.ninove.be/tentoonstelling-willy-roggeman-een-leven-geschreven