vrijdag 8 januari 2021

LOVE MAKERS

  



 Thomas tekent meisjes die zijn leraar

achtereenvolgens op een verhoging heeft

neergezet nadat hij de klas heeft uitgelegd

op wat moet worden gelet: proporties en

 

houdingen slechts, geen kleinigheden als

wimpers, pukkels of een moedervlek. Met

opgewonden pret toont Max (bijna dertien)

‘hoe Thomas Dainah afbeeldt, mees, terwijl


die al zúlke toeters heb!’ Boos bloost

het model en bitst hees: ‘Maar ze heb ook

een hoofd en geen peer!’ Geen enkele keer

heeft de leraar Thomas op zien kijken

 

van zijn papier. ‘Ik kan gewoon niet tekenen,

meneer.’ ‘Je hebt toch ogen? Je kunt meten

en rekenen. Kom, probeer!’ Van Esra geeft hij

alleen de benen weer, als waren ze van elastiek.


Wanneer de leraar hem eindelijk ziet kijken,

zal blijken dat hij van Elsemiek niets anders

tekent dan wat ze van haar stoel zichtbaar

liet: drie poten, wat armatuur voor arm en rug.

 

Maar ’s nachts in bed, alleen, komen ze alle

vermeerderd bij hem terug, de kleinigheden

waarvan hij zelf niet wist dat ze hem hadden

bekeken: de glinstering in Dainahs ogen, het


vochtige van Esra’s onderlip, het schrammetje

op de wang van Elsemiek. ‘Herinner je,’ zegt

de leraar de volgende dag, ‘geen details, niet

wat je denkt maar wat je ziet! Is Thomas ziek?’