vrijdag 7 augustus 2020

GEEN DIT EN GEEN DAT


Op het beeldscherm dwarsdoorsneden van mijn binnenkant,

ik trek mijn broek weer aan, het woord is aan de chirurg.

Geen beenlengteverschil van betekenis, geen Trendelenburg,

geen drukpijn tuber ischiadicum. Extensie been tegen weerstand

 

lokt de klachten niet uit. Heup links geen pijn bij diepe flexie,

FADIR-test negatief. Geen drukpijn in de lies bij aanhechtingen

pezen op de bekkenkam. MRI bekken-heup: geen afwijkingen

aan SI-gewricht, lage rug en pezen, geen labrumimperfectie,

 

geen kraakbeenlaesies heupgewricht. ‘En de indirecte breuk

die u dacht eventueel te hebben is er geen, kortom, wij weten

niet anders dan dat alles bij u er goed uitziet.’ Blij gezeten,

hij, op de rand van zijn behandeltafel, terwijl als verneukt

 

en bang voor mijn hernia inguinalis die er geen is ik moeizaam

buk om mijn schoenen aan te doen en hun de veters te strikken.

‘Wat niet betekent dat we uw pijn niet erkennen.’ Als van twee ikken

komen me mijn voeten voor, met mijn handen niets gemeenzaam

 

en die handen vreemden van elkaar, zodat ik ze maar een knoop

laat leggen om licht kreunend weer overeind te zeggen – ach, nee,

laat maar, want je zult zien dat het lichaam gewoon met me mee

doet, alsof zijn neus bloedt, wanneer ik groet en naar buiten loop.