dinsdag 12 april 2016

ARTISTIEKE SCHRIJVERSSMAKEN



Op een filmpje laat Vladimir Nabokov een aantal boekomslagen zien van L-Lolita-vertalingen en hij levert er c-commentaar bij.
            Dat commentaar verbaast me enigszins. Of moet ik juist ‘geenszins’ zeggen? Want mag je en kun je van elke goede literaire schrijver verwachten dat hij ook een artistiek goede smaak heeft op het gebied van beeldende vormgeving?
            Nabokov moet geamuseerd licht stotterend lachen om het voorplat van een Turkse editie uit 1959, want wie van de twee figuren lijkt het oudste?
Inderdaad ziet het meisje er bepaald niet uit als een nymphet.  De Franse Gallimard-editie uit 1963 vindt hij grappig omdat het achterplat van de pocketuitgave het achterhoofd toont van het popperige meisjeshoofd met de vlechten voorop.

Dan trekt hij een Nederlandse uitgave uit de kast. Het is de uitgave die mij dierbaar is, niet alleen omdat ze mijn allereerste Lolita-lectuur vormde, maar omdat ze de vertaling van Coutinho bevat.

Het boek is in de jaren ’70 meerdere keren uitgegeven door Omega Boek, Amsterdam, telkens met een ander, maar even vreselijk schutomslag. Mijn dierbare exemplaar heeft een andere foto op dat schutblad dan het exemplaar dat Nabokov in zijn handen neemt. Maar de in blinddruk aangebrachte tekening op het eigenlijke, harde omslag is dezelfde.
En precies die afbeelding vindt de auteur prachtig, zeker in artistiek opzicht…:

Wansmaak – anders kun je het niet noemen. Sowieso, als ik Nabokov was geweest, zou ik me hebben verzet tegen elk omslag met een afbeelding van een meisje. Maar zou ik dan niet ook een heel ander boek hebben geschreven?