Op een filmpje laat Vladimir Nabokov een
aantal boekomslagen zien van L-Lolita-vertalingen en hij levert er c-commentaar
bij.
Dat
commentaar verbaast me enigszins. Of moet ik juist ‘geenszins’ zeggen? Want mag
je en kun je van elke goede literaire schrijver verwachten dat hij ook een artistiek
goede smaak heeft op het gebied van beeldende vormgeving?
Nabokov
moet geamuseerd licht stotterend lachen om het voorplat van een Turkse editie
uit 1959, want wie van de twee figuren lijkt het oudste?
Dan trekt hij een Nederlandse uitgave uit de
kast. Het is de uitgave die mij dierbaar is, niet alleen omdat ze mijn allereerste
Lolita-lectuur vormde, maar omdat ze
de vertaling van Coutinho bevat.
Het boek is in de jaren ’70 meerdere keren
uitgegeven door Omega Boek, Amsterdam, telkens met een ander, maar even vreselijk
schutomslag. Mijn dierbare exemplaar heeft een andere foto op dat schutblad dan
het exemplaar dat Nabokov in zijn handen neemt. Maar de in blinddruk
aangebrachte tekening op het eigenlijke, harde omslag is dezelfde.
Wansmaak – anders kun je het niet noemen.
Sowieso, als ik Nabokov was geweest, zou ik me hebben verzet tegen elk omslag
met een afbeelding van een meisje. Maar zou ik dan niet ook een heel ander boek
hebben geschreven?