Printing on Demand. In toenemende mate kiezen ook gerenommeerde literaire uitgeverijen voor deze productiemethode wanneer het gaat om poëzie- en essaybundels en om proza van auteurs van wie niet wordt verwacht dat ze de kassa laten rinkelen. (Zoals bekend ‘verkopen’ auteursnamen en niet boeken.) PD is een goedkope productiemethode die uitgevers er niet langer toe dwingt om aan het Centraal Boekhuis te betalen voor opslagruimte ten behoeve van boeken die dat huis niet meer uit te branden lijken totdat ze en bloc naar de ramsj worden afgevoerd. Men laat allereerst het aantal boeken produceren dat dekt wat de boekhandel op voorbestelling heeft ingekocht, met daarbij nog wat exemplaren voor de auteur evenals voor een handjevol besprekers – je weet maar nooit. Mocht er op een gegeven moment door een soort godswonder meer vraag blijken te zijn, dan laat men simpelweg het aantal benodigde exemplaren bijdrukken.
In technisch opzicht hebben PD-boeken nog niet de kwaliteit van in oplage gedrukte boeken (zo hebben ze meestal een zogenaamde kneep en vaak willen ze zich niet erg lekker laten openvouwen onder de lezende blik). Het zal vermoedelijk een kwestie van tijd zijn, dan zijn die verschillen verwaarloosbaar.
Het lijkt dus even simpel, begrijpelijk en voor de hand liggend dat titels waarvan wordt aangenomen dat ze geen kassucces zullen worden en bestemd zullen blijven voor een klein (lees: commercieel verwaarloosbaar) publiek, worden geproduceerd via de Printing on Demandmethode. Wellicht kunnen er ook nog een of meer argumenten vóór deze productiemethode rechtstreeks uit het milieubeschermershart worden aangevoerd.
De tweedeling van oplagedrukken enerzijds en PD anderzijds, komt voort uit het verschijnsel dat literaire boeken (lees: auteursnamen) of goed tot erg goed worden verkocht of nauwelijks tot niet. Veel leidt tot meer, weinig leidt tot minder. Van potentiële kassakrakers moeten meteen stapels in de winkel liggen, terwijl een totale landelijke voorinkoop door de boekhandel van slechts 50 exemplaren voor een bundel vertaalde poëzie van een literair interessante Amerikaan of Rus beslist niet meer ongewoon is. Een tussengebied is praktisch non-existent.
Wanneer uitgevers besluiten om bepaalde titels via PD te laten produceren, leggen ze zich bij voorbaat neer bij dit verschijnsel. (Zelf zullen ze in plaats van ‘bij voorbaat’ liever ‘noodgedwongen’ zeggen.) Met als gevolg dat ze zich, indien dat al kan, nog minder inspannen dan voorheen om voor als niet-commercieel ingeschatte auteur en hun titels iets bijzonders te doen, dat wil zeggen nog een poging te doen ergens wat aandacht ervoor te wekken. Intussen mag een niet verkopende auteur natuurlijk in zijn handjes knijpen dat er succescollega’s bestaan, waardoor een uitgeverij überhaupt een poëzie- of verhalenbundel van hem in PD kan en wil laten maken. Als het je als neversellerauteur echter lukt je neiging tot cynisme daarbij dankbaar te onderdrukken, er ‘aristocratisch’ onder te blijven, ben je een interessant geval voor de psychiater.
In 2008 werd Bart Chabot door het CJP in samenwerking met De Slegte gekroond tot Koning van de ramsj. Het waarom en hoe ervan is me ontgaan, maar naar aanleiding hiervan merkte Chabot op: “Als schrijver wil ik door zoveel mogelijk mensen gelezen worden. En, als je weinig te makken hebt, kun je bij De Slegte toch de boeken van de beste auteurs ter wereld voor een prikkie kopen. Ik zie De Slegte dan ook als Volksboekhandel Nummer Een. Daarom voel ik me heel vereerd met deze bekroning. Ik hoop dat vanaf nu deze prijs elk jaar wordt uitgereikt.”
Inderdaad komt een groot deel van de oplage van niet-verkopende boeken van niet-verkopende auteurs terecht bij boekhandels als De Slegte, en het zou me niet verbazen dat dan pas het grootste deel van de oplage van zulke titels aan de man of vrouw komen, zeker omdat die titels daar dan nog wel eens een tijdje mogen liggen, terwijl ze in de reguliere boekhandel al na een paar weken het veld moesten ruimen. Maar wellicht moet ik deze zin binnenkort helemaal in de verleden tijd zetten, want geen enkel boek dat als PD is geproduceerd komt ooit in de ramsj… Vijftig verkochte PD-poëziebundels worden er nooit en te nimmer via ramsjboekhandels toch nog stilletjes aan twee-, drie-, wie weet vierhonderd, simpelweg omdat er geen oplage is gedrukt die hoe dan ook de deur uit moet. Printing on Demand snijdt op die manier een aanzienlijk en niet onwezenlijk segment weg van de toch al schamele verkoopmogelijkheden van heel wat boeken. Volgens Van Dale staat PD voor Plaats van het delict.
En er is nog iets. Standaard uitgeefcontracten zijn zo opgesteld dat een auteur het recht heeft de ‘overeenkomst schriftelijk te beëindigen: (…) indien het werk langer dan een jaar niet in boekvorm voor het publiek beschikbaar is en de uitgever niet op korte termijn (…) een schriftelijke toezegging heeft gedaan dat het werk binnen redelijke termijn weer beschikbaar komt (…).’ Daarnaast kan het contract worden beëindigd als de uitgever geen brood meer ziet in verdere exploitatie.
Dat houdt simpelweg in dat wanneer de uitgever een boek verramsjt, de rechten terugvallen op de auteur. Dus niet alleen vinden zijn boeken wellicht nieuwe kopers, het boek is tevens weer geheel en al van hemzelf. Hij is weer vrij. Maar hoe zit dat met de PD-methode? De uitgever heeft er geen last van wanneer titel X van auteur Y niet meer aan de man te brengen is, hij zit immers niet in zijn maag met een oplage. En zo gauw auteur Y zich bij de uitgever beklaagt over de publieke beschikbaarheid van zijn titel X, antwoordt de uitgever, stel ik me zo voor: ‘Ach, dan laten we er toch weer twee on demand printen; en als er nog meer liefhebbers zijn laten we ook voor hen een exemplaartje maken. Met andere woorden: door de PD-methode wordt de auteur een gegijzelde van de uitgever, als het even tegenzit zijn verdere leven lang.