zondag 27 december 2009

HET KOMRIJMOTIEF

Uitgeverij De Bezige Bij kondigt voor aanstaande februari een volgende bloemlezing aan van de Grootbloemlezer die ‘als geen ander’ het talent heeft ‘te ordenen wat tot de canon behoort of te ontdekken wat in de nieuwe orde zal passen.’

Dit keer kiest de Plukenrukgrootmeester ‘uit de poëzie van alle dichters die nog niet ouder waren dan Christus ooit werd.’ En ‘daarmee’ gaat het, aldus de fondscatalogus ‘nu al (om) de spraakmakendste bloemlezing van de gedichten uit de 21ste eeuw.’

Uitgevers horen het nu eenmaal bont te maken met hun wervende teksten. Maar hoe haal je het als samensteller in je hoofd om zo’n boek te gaan maken, amper negen jaar op weg in de 21ste eeuw? Wanneer je zelf de leeftijd van 33 nog net niet hebt bereikt en je haalt zoiets in je hoofd kan er al geen sprake meer zijn van jeugdige overmoed. Komrij wordt kort na het verschijnen van zijn bloemlezing De 21ste eeuw in driehonderd gedichten al 66… Dat betekent ook dat hij zo goed als zeker niet eens de hele eerste helft van deze eeuw zal meemaken, met wat mazzel haalt hij nog een paar decennia! Maar ‘na mij de zondvloed,’ zal de Opperanthologist denken.

Hoe blij moet je intussen zijn wanneer blijkt dat je met een of meer gedichten bent uitverkoren door iemand wiens reukvermogen, zoals dat van iedereen van zijn leeftijd, zodanig is afgenomen dat hij van heel wat bloempjes simpelweg geen geur meer zal kunnen opsnuiven, hoe die roosjes en viooltjes ook hun best doen lekker te ruiken of juist te stinken?

Zijn de uitverkorenen overigens al op de hoogte? Of wordt opnieuw gewerkt op basis van de uitspraak van de Amsterdamse Rechtbank in 1980 volgens welke dichters niet moeten zeiken over wat een Grootschoolmeesterbloemlezer in en met hun werk aanricht ten behoeve van de opvoeding der jeugd?

Is Gerrit Komrij te beschouwen als een dubbel zo oude Jezus – o, getallenmystiek en geloofssymboliek – die uit oprechte begaanheid met en passie voor De Nederlandse Poëzie nu ‘Laat de kinderen tot mij komen’ preekt?

Nogmaals: wat zijn dat voor papalistische kinderen die er straks – dat zul je zien – ook nog trots op blijken te zijn in de armen te worden gesloten door een kerel die bij wijze van spreken hun bejaarde vader of opa had kunnen zijn?

Gerrit Komrij mag dan geen neus meer hebben voor menige geurende bloem, een ander zintuig is er juist allerminst op achteruit gegaan. Want wie er een talent voor heeft ‘te ordenen wat tot de canon behoort of te ontdekken wat in de nieuwe orde zal passen,’ is zo goochem te weten dat je voor die goocheltruc het beste die canon en die nieuwe orde zelf bepaalt.

Met andere woorden, er kan maar één motief voor de samensteller van De 21ste eeuw in driehonderd gedichten bestaan.