woensdag 2 juli 2008

HET TROCADÉROMOMENT

Een ex-leerlinge schrijft me een brief over een bijzondere ervaring. Ze was voor het eerst in Parijs, was met de metro naar Trocadéro gereisd. Op haar stadsplattegrond had ze een gebouw met de naam Palais de Chaillot aangegeven gezien. Ze had de vormen, de symmetrie van het gebouw en de omgeving op de kaart bekeken.
‘En plotseling stond ik daar! Bernardo Bertolucci – Il conformista – Marcello Clerici en zijn kersverse vrouw Giulia met op de achtergrond de Eiffeltoren, een zwart met rode taxi en Giulia’s domme blik wanneer Marcello haar in haar eentje weg laat rijden. Ik heb me nooit gerealiseerd dat dit plein echt bestaat, laat staan dat ik er ooit zelf zou staan, wat de hele gebeurtenis des te overweldigender maakte. Kijk, daar stopte de taxi. Denk even al die mensen weg. En Marcello, Giulia, zo moeten ze hebben gestaan. Loop terug, met het zicht op de Eiffeltoren, rug naar de weg. Het heerlijke gevoel bekroop me even door de ogen van Bertolucci te mogen kijken en even deel uit te maken van die meesterlijke film.’Die inderdaad meesterlijke film had ik zo’n anderhalf jaar eerder met haar studiegroepje bekeken en analyserend besproken. En naderhand is Il conformista nog menigmaal in onze gesprekken over kunst ter sprake gekomen. Nu komt ze uit de ondergrondse boven en staat volkomen onverwacht midden in die film! En midden in de wereld! Dat is zo’n moment van genade, van ‘duur’ dat telt, waar het om gaat, waar alles op zijn plaats lijkt te vallen en fictie de werkelijkheid die ze altijd al is geweest ook daadwerkelijk blijkt te zijn, waar kunst bovengronds komt.