‘Goederentrein’ las of zag ik even
onmiddellijk als onwillekeurig in het woord ‘goedertierenheid’ in de laatste
versregel van een gedicht van Hanny Michaelis.* En die goederentrein was niet
meer weg te denken bij herlezing van ‘Op een bank in Artis’.
Zou de dichteres die goederentrein bewust hebben
ge(ar)rangeerd in dat er zo schrijnend aan tegengestelde ‘goedertierenheid’? Maar
die goedertierenheid wordt niet voor niets kwaadaardig genoemd… Zou het een intuïtieve kwestie zijn geweest? Iets ‘per
ongeluks’? Zou ze die goederentrein er zelf in hebben gezien? Ongetwijfeld. Tegelijkertijd
verdenk ik haar allesbehalve van zoiets als literair raffinement of opzettelijkheid.
Daarvoor is het hele gedicht te eerlijk in wat het benoemt. Veeleer lijkt het
een wrang cadeau van de taal binnen de setting van herkenbare beelden.
Ik kom er bijna dagelijks. In Artis. Langs het gebouw aan de
overkant dat nu een hotel is, maar voor de tweede wereldoorlog en ook weer enige tijd
erna een joods
bejaardenhuis, Beth Menoucha,
was. Aan die toch al zo met tragische geschiedenis beladen Plantage Middenlaan.
Een goederentrein in
goedertierenheid – kan het kwaadaardiger? De ouders van Hanny Michaelis
(Amsterdam 19 december 1922 - 11 juni 2007) werden getransporteerd naar Sobibór
en daar in maart 1943 vermoord.
Op een bank in Artis
zitten ze met hun drieën,
overgewipt uit het tehuis
voor
joodse bejaarden. Eens
waren
ze moeders, hadden
ze
een man, familie. Dat was vroeger, daar
wordt
over gezwegen. Nu
praten
ze met dunne
roestige
stemmen alleen
nog
over hun kwalen
en
wat er gisteravond
op
de televisie was.
Tussen
dieren in kooien,
bloeiende
struiken, rode
en
gele tulpen, omdrenteld
door
tientallen gezinnen,
staren
ze voor zich uit:
dochters
van de 19-de eeuwse
assimilatie
die hen toen ze naar
het
voorbeeld van de revolutie
met
smaak haar eigen kinderen vrat,
in
een kwaadaardige vlaag
van
goedertierenheid heeft gespaard.
________________________
* Hier kwam ik het tegen: https://neerlandistiek.nl/2024/11/hanny-michaelis-op-een-bank-in-artis/