Vannacht schrok ik wakker uit een
angstdroom waarin me met sardonisch windgefluister rondom een afgelegen huis
waarin ik me bevond, werd verteld dat mijn roman in verhalen Eindeloos eiland verfilmd zou worden. Ik
voelde me doodongelukkig, want ten diepste vernederd en mislukt. Hoe had ik het
zo verkeerd kunnen aanpakken! Wat had ik over het hoofd gezien?
De
kleine nachtmerrie deed zich voor in de tweede nacht nadat ik de verfilming van
Witold Gombrowicz’ roman Kosmos (1965)
door de Poolse regisseur Andrzej Żuławski had gezien. Cosmos ging in 2015 in première en was de laatste speelfilm van Żuławski
(1940-2016).
Ik
raakte bij het zien van de film zowel hevig teleurgesteld als enorm opgetogen.
Het eerste vanwege de voortdurende bizarrerie en hysterie in de film, die mede door
een gebrek aan afstand en reflectie werkelijk over the top was, het tweede vanwege de kennelijke onconverteerbaarheid
van ware literatuur. De mislukking van het ene was de triomf van het andere.
Overigens
achtte ik het al bij voorbaat onmogelijk dat Kosmos adequaat verfilmbaar zou kunnen zijn. Over het waarom
wellicht een andere keer.
De
zo vaak zo wijze Elias Canetti noteerde al dat de verschillende kunsten kuis
met elkaar zouden moeten verkeren. Intussen heb ik de indruk dat talrijke
hedendaagse romanschrijvers veeleer aangeklede filmscripts dan ware literatuur
afleveren.