Wat beoog je met een roman?
‘Een bepaalde mate van onoplosbare complexiteit, een mengeling van heel goed en gedenkwaardig proza, originaliteit met respect voor de vorm en een dichtheid van thematisch materiaal. Wat ik niet verlang en niet relevant acht: ‘geloofwaardige’ karakters, naturalisme, openbarende transformaties, plotgerichtheid of een verklaring voor wat er in de wereld om ons heen gebeurt.’
Wat steek je op van andere kunstvormen?
‘Volgens mij is het voor schrijvers essentieel om zich bezig te houden met niet-literaire vormen. Fictie die niet geïnformeerd is door andere media komt op mij over als iets doods op de pagina. Door andere media, bedoel ik, in het algemeen, met uitzondering van film. Film als medium oefent een enorme invloed uit op de roman. Het is alsof we zo’n toffe oudere broer hebben en dat we alles doen wat hij zegt, zelfs als het niet goed voor ons is.
Persoonlijk ben ik zeer, zeer, zeer geïnteresseerd in muziek, en het leeuwendeel van waar ik me buiten het literaire intellectueel mee bezighoud, bestaat uit het luisteren naar muziek. Niet zomaar populaire muziek, maar serieuze muziek, jazz, ‘klassiek’, wat dat ook moge betekenen, ouderwetse muziek, muziek uit andere landen, enzovoort. Maar ik kijk ook graag met bewondering naar hedendaagse visuele kunst, vooral schilderkunst en fotografie. Door een ontmoeting met visuele kunst zie ik mijn werk altijd verbeteren.’
Wat is een goede afsluiting voor een roman?
‘Ik vind het belangrijk om opgeruimdheid te vermijden. Van opgeruimdheid moet ik overgeven. Alles in de happy-endfamilie van romaneindes zou moeten leiden tot overweging van de eeuwige verbanning van de schrijver. Als Jane Austen nu zou leven, zou ik haar naar Sint Helena verbannen, met haar complete hofhouding. Een einde zoals het hoort is een opening naar buiten. Een afsluiting van bepaalde thematische ideeën en een voorstel tot een aantal andere. Veeleer een ontplooiing dan een afsluiting. Bend Sinister eindigt met de zin ‘It was a good night for mothing.’ Blijkbaar hebben nogal wat drukkers die m veranderd in een n, omdat ze dat dan een beter slot vonden. Maar ik zie Nabokovs slot juist als geslaagd, omdat het niets afsluit, het verwijst naar mogelijkheden voorbij het verhaal dat net werd verteld.’
In hoeverre ben je je bewust van beïnvloeding wanneer je schrijft?
‘Uiteindelijk is het ijdel om je zorgen te maken over beïnvloeding, want we zijn allemaal beïnvloed. Er is niet zo bijster veel aan mij of mijn werk dat echt uniek is, en eigenlijk hoef ik ook niet zo nodig uniek te zijn. Ik probeer niet te denken over wat ik aan het doen ben. Ik probeer alleen maar wat meer woorden neer te krabbelen of er misschien een aantal te veranderen in wat ik al heb. Het doet er niet toe of er invloed is, het doet er niet toe wat dat betekent. Dat is iets voor critici en lezers om uit te maken.’
***
Ik blader de afgelopen dagen zo nu en dan door een van die boeken die eigenlijk overbodig zijn maar waar je toch niet vanaf kunt blijven: The Secret Miracle, verzorgd door Daniel Alarcón, New York 2010. Het bevat meer dan 300 pagina’s vragen aan en antwoorden erop van 54 romanschrijvers, onder wie Paul Auster, Stephen King, Mario Vargas Llosa en Haruki Murakami (maar van de meesten had ik nooit gehoord).
De vragen die worden gesteld hebben betrekking op allerlei aspecten van het schrijverschap en het schrijfproces, zoals beïnvloeding, het begin van het schrijfproces, structuur en plot, karakters en setting, de revisie.
Ik vond het amusant om eens na te gaan van welke auteur ik over de hele linie de meeste antwoorden zou onderschrijven. Het werd zo’n auteur van wie ik niet eerder had gehoord en van wie de hier boven geciteerde antwoorden een kleine selectie vormen. Nu dus eens een boek van de man lezen: Rick Moody.