zaterdag 9 september 2017

WAT ZOUT VOOR OP SLAKKEN

Dat aan de columnist Bas Heijne de P.C. Hooftprijs werd toegekend, heeft me verbaasd en het verwondert me nog steeds. Sinds de bekendmaking lees ik zijn zaterdagstukken in NRC Handelsblad met ietwat aangepaste ogen, ogen die beseffen teksten te lezen van een P.C. Hooftprijswinnaar voor essayistiek, en daardoor lees ik ze wellicht nog wat (taal-)kritischer dan voorheen. Het beste lukt dat na even losgekoppeld te zijn geweest van het maar doorbakkende, -pauwende en -draaiende Holland. Zo heb ik kort na een vrijwel internet- en televisieloos verblijf in de Dordogne vandaag Heijne’s column als volgt gelezen:

ZIJN WE ECHT ZO DOM?

Boeiende week voor wie hongert naar vergezichten [Adequaat beeld? Een ‘vergezicht’ is het zicht op iets wat concreet zichtbaar is en al bestaat, dus deel uitmaakt van mijn wereld. Waarom niet ‘visies’ o.i.d.?] in de politiek [Boeiend alleen voor wie naar iets dergelijks ‘hongert’? Honger ik naar zoiets? Naar bepaalde visies allerminst.]: [Waarom hier een dubbele punt terwijl er maar één geval in deze zin volgt?] de film over GroenLinks-voorman Jesse Klaver beleefde alsnog [Aha, nieuwe informatie voor me.] een première in Carré. Eveneens in Amsterdam [Is dat relevant, ‘eveneens in Amsterdam’? Zo ja, hoezo? En waarom dan slechts één locatie in die stad genoemd?] hield CDA-leider [Is een ‘leider’ iets anders dan een ‘voorman’?] Sybrand Buma zowat tegelijkertijd [Binnen een week is alles ‘zowat tegelijkertijd’.] de H.J. Schoo-lezing [Wat is dat voor een soort lezing?]. Twee leiders [Ja ‘leiders’ en ‘twee’, dat begreep ik al, zo dom ben ik nou ook weer niet.] van middelgrote partijen kregen de kans [Krijgen ze die kans niet sowieso wekelijks, zo niet dagelijks? Misschien omdat beider partijen ‘middelgrote’ partijen zijn?] om hun ideeën te presenteren, een politiek visitekaartje af te geven [Een visitekaartje geef je af bij een eerste ontmoeting. Ik meen, met velen, al een hele tijd te weten wie deze mannen zijn en zelfs waar ze voor staan.] [Klaver is hier toch een ander geval dan Buma? De laatste sprak geheel zelf en zelfstandig, de eerste werd door of via iemand anders getoond.] Wat is hun idee [Enkelvoud?] van Nederland? Wat te doen aan de groeiende tegenstellingen? Hoe gaan we de onzekere toekomst [Is de toekomst niet per definitie onzeker?] tegemoet? Wat willen we onze, nou ja, [De scribent wil hier zeggen dat hij een kinderloze homoseksueel is.] uw [Maar ook heteroseksuelen kunnen kinderloos zijn.] kinderen nalaten? [Let op de registerverschuiving waarmee de scribent zijn lezers van de twee protagonisten af en naar zichzelf toe probeert te halen: zij / ‘hun’ > algemeen / neutraal > ‘we’ / ‘onze’.]
Boeiend, toch? [Let op het vertrouwelijk aandoende, maar in wezen, ondanks de kinderloosheid, paternalistische ‘toch?’] Nog boeiender wordt het als je de twee [Wat wordt bedoeld met ‘de twee’? De twee mannen?] naast elkaar legt [De twee mannen…?]. [Hoezo ‘nog boeiender’? Ik ging er al na drie regels vanuit dat het om zo’n vergelijking zou moeten gaan. Zo dom ben ik nou ook weer niet.]
Wat aan de lezing van Buma vooral [‘vooral’: dus naast wat nog meer?] opviel, was dat hij [‘hij’? De lezing…?] meer in het verleden dan in de toekomst geïnteresseerd lijkt. Vraag Buma of hij suiker in zijn thee wil, en hij begint tegenwoordig [Was dat eerder niet zo?] over de joods-christelijke wortels [Vormen die ‘wortels’ immers niet het fundament van Het Christelijk DA?] van onze beschaving. Waar hij in zijn vorig jaar verschenen boek Tegen het cynisme een breed perspectief probeerde te schetsen voor een conservatief-christelijke politiek, is het nu vooral [Weer ‘vooral’] regressief rechts [Graag uitleg over het verschil tussen ‘conservatief-christelijk’ en ‘regressief rechts’, want misschien ben ik hiervoor te dom.] wat de klok slaat. De verlichting is een dwaalleer, het idee van gelijkheid een dwaallicht. [Graag een paar citaten als voorbeeld, want dit is gemakkelijk beweerd.] [Bewust taalspelletje met ‘-licht-’, ‘dwaal-’, ‘dwaallicht’?] Cultuurrelativisme zet onze beschaving op het spel, we gaan ten onder aan een alles-moet-maar-kunnen[-]mentaliteit.
Ik weet niet in welke kringen Buma verkeert, maar nooit kom ik een Nederlander tegen die vindt dat alles moet kunnen – ik kom alleen mensen tegen die dingen niet vinden kunnen. Vroeger werd die niksige frase [Welke frase wordt bedoeld: ‘dat alles moet kunnen’ of ‘dingen niet vinden kunnen…?] gebruikt [Gebruikt Buma die ‘niksige frase’? Wordt mij hier niet duidelijk.] om afkeer van bijvoorbeeld homoseksualiteit te etaleren [Dus de frase ‘homoseksualiteit niet vinden kunnen’?] – waarvan de acceptatie [Ik neem aan van ‘homoseksualiteit’ en niet van die frase.], ik geef een voorbeeld, toch echt een verdienste van de Verlichting is. Betwist Buma dat? [Dat moet de scribent míj niet vragen, híj heeft Buma’s woorden gehoord en geanalyseerd! Nou, Heijne: betwist Buma dat? Geef het antwoord man, in plaats van het te suggereren!]
Dat het Verlichtingsdenken correctie behoeft, vind ik ook [‘ook’: dus Buma ook?] – en Buma citeert me instemmend [Hè? Heeft Buma in zijn lezing Heijne geciteerd? Wat dan? Hoezo dan? Ook als ik niet in de Dordogne was geweest, zou ik niet bij die Amsterdamse lezing aanwezig zijn geweest.] Het wegvallen van een idee van gemeenschappelijkheid [Valt dat ‘idee ervan’ weg of de ‘gemeenschappelijkheid’ zelf?] is een groot probleem, maar ik zou zeggen: kijk eens vooruit. ‘De gewone Nederlander’, stelt Buma, voelt dat hem van alles wordt afgenomen, hij voelt zich vervreemd van zijn omgeving; een nieuwkomer moet zich zodanig aanpassen dat je nergens meer aan ziet dat hij een nieuwkomer is – en eigenlijk had hij gewoon niet moeten komen. [Het wordt hier op een bedenkelijke wijze onhelder of Buma’s ‘gewone Nederlander’ dit voelt en vindt, of dat Buma dezelfde gevoelens en gedachten heeft.] Alles wordt gezien in termen van dreiging en verlies. Iedere inleving in iemand met een andere achtergrond dan de jouwe wordt afgedaan als relativisme. [Idem. De suggestie is dat Buma er net zo over denkt. Is dit hard te maken? Zo ja, waar blijven de citaten e.d.?]
Nog iets: hoe vaak hebben we [We?] dit verhaal nu al gehoord? Edith Schippers vertelde het in de vorige H.J. Schoo-lezing, Maxime Verhagen vertelde het zes jaar geleden. Dat begint op zwelgen te lijken. [Hoezo leidt het herhalen van constateringen en meningen tot ‘zwelgen’? En behoort Edith Schippers niet tot een andere partij dan Buma?]
Ik heb niks tegen conservatisme. Ik heb wel iets tegen conservatisme dat iets wil bewaken wat er niet meer is [Wie of wat maakt uit wat er niet meer is en wanneer dat er niet meer is?] – of er nooit is geweest. Het eerste is nostalgie [Dus ‘nostalgie’ is afkeurenswaardig.], het tweede leidt tot haat tegen vermeende krachten die een terugkeer onmogelijk maken. [Ongelukkig geformuleerd: ‘haat tegen vermeende krachten’ - dat lijkt zoiets als donquichotterie, terwijl de scribent iets anders lijkt te bedoelen.]
Wie de zoektocht naar een idee van gemeenschap in een pluriforme samenleving terugbrengt [Doet Buma dat dan? Bewijsvoering graag.] naar het staand zingen van het Wilhelmus, is cynisch bezig. Dat is geen visie, dat is bejaarden kietelen. [Cynisch: omdat veel bejaarden niet meer kunnen staan? Haha.]
Wat zet Jesse Klaver daar tegenover? [Zoals al opgemerkt: is het vergelijken van een lezing van iemand met een documentaire over iemand niet het vergelijken van een appel met een peer?] In de aanloop van [ontbreekt: de vertoning van] Jesse, de film die Joey Boink van de jonge politicus maakte, ging het vooral [3x] over de dubbele pet die de maker op had gehad – hij was de ‘beeldregisseur’ van Klaver tijdens de campagne. Daarna ging het eindeloos over de vraag of de film propaganda was. Tegenover Eva Jinek legde Klaver zelf enthousiast uit dat er best nare trekjes van hem in zaten.
Jesse laat veel zien, maar hij gaat nergens over [Het gebruik van de cursivering lijkt me hier uiterst vilein. ‘Jesse’ als filmtitel dient inderdaad te worden gecursiveerd, de toevoeging ‘maar hij gaat nergens over’ juist niet. Door ook die oordelende toevoeging te cursiveren, wordt de cursivering van ‘Jesse’ gerelativeerd, zodat er valt te lezen: ‘Jesse laat veel zien, maar gaat nergens over’, de persoon ‘Jesse’ dus.] – op zich een prestatie [Over cynisme gesproken!]. De grote thema’s die Buma aansnijdt in zijn lezing, de intellectuele inspanning [Met al het voorgaande heeft de scribent bepaald niet de indruk gewekt dat Buma een ‘intellectuele inspanning’ heeft geleverd.], het streven om een politieke visie te ontwikkelen: geen spoor ervan in Boinks documentaire. [Dus Boink – en niet Klaver – vertoont geen spoor daarvan.] Nergens een idee, een interessante gedachte, laat staan een visie. [Van Boink of diens documentaire, neem ik aan.] Lifestyle als politiek. [Dus toch van Klaver…!] Het schandaal van Jesse is dat de maker [Nee, toch Boink…] het kennelijk niet nodig vond ook maar iets van een politiek verhaal zichtbaar te maken. Alle inhoud is persoonlijke emotie, zoals de dood van Klavers moeder [De dood van Klavers moeder ‘is persoonlijke emotie’…?]. Ik heb niks tegen [‘Ik heb niks tegen conservatisme’, zolang… - zie boven.] buitenkant, zolang je maar voelt dat er ook een binnenkant is. Niks. Nada. [‘Niks. Nada.’ – dat is toch overbodig toegevoegde buitenkant zonder binnenkant?]
Dat je vervolgens Carré afhuurt en gaat zitten shinen [shinen? Waarom dat verhollandste Engels? Of moet ik soms aan de speelfilm The Shining denken?] met een film die, onbedoeld, een ontmaskering [Dus toch een binnenkant!] is – hoe vaak kun je in je eigen voet schieten?
Waar houden Klaver en Boink ons voor, zien ze ons als zo dom en oppervlakkig? Zo gaan we dus de toekomst tegemoet – met een centrum-rechtse partij die zich steeds meer verliest in verbeten nostalgie naar een verzonnen verleden [Eerder werden nostalgie en verzonnen verleden van elkaar onderscheiden en gescheiden...] en een linkse partij die zich volledig verliest in de persoonlijkheidscultus rondom iemand zonder veel persoonlijkheid [Wat is dat? Wie bepaalt dat? En mag je die conclusie trekken op grond van een documentaire die geen selfie is?]. Dat kan niet alles zijn. [Van, voor wie of wat niet? Of wordt bedoeld dat er meer is dan deze twee leiders van slechts ‘middelgrote partijen?] Toch? [2x Zie boven.]


Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op zaterdag, 9 september 2017, pagina 2-3

vrijdag 8 september 2017

EIN WASCHECHTER MONDRIAN?

Via NRC Handelsblad is een voorpublicatie te lezen van een stuk tekst uit de binnenkort te verschijnen Mondriaanbiografie van Léon Hanssen.
Het betreft een verhaal over de ontdekking van een vervalsing van een schilderij. Zoiets staat altijd garant voor enig vermaak. Voor leedvermaak (die sukkels die erin zijn getrapt!), maar ook voor het vermaak van zelf mee willen en kunnen speculeren, ook speurneus willen zijn.
Hanssen ontdekt, samen met een restauratrice, dat een bepaald schilderij niet hetzelfde is als dat waar het voor gehouden werd: het schilderij of de ‘compositie’ van Piet Mondriaan dat door de nazi’s werd geconfisqueerd bij een museum in Hannover, in 1937 op de tentoonstelling Entartete Kunst in München werd getoond, om vrij snel daarna spoorloos te worden.

Het opduiken van het werk lijkt derhalve een sensatie (voor kunsthistorici). Dat beseft Hanssen wanneer hij het doek begin 2016 in het Brusselse Bozar ziet. Maar zoals het hoort koestert hij ook meteen argwaan.
Uiteindelijk geeft een restauratrice in Amsterdam uitsluitsel. Ze heeft het werk vergeleken met een paar zwart-witfoto’s van de ‘compositie’ uit het museum van Hannover en de nazi-tentoonstelling. Wat blijkt? ‘De zwarte lijnen op het originele schilderij lopen net een fractie anders dan op het teruggevonden werk. De signatuur “PM 23” is substantieel naar rechts verschoven en staat nu niet meer in een grijs vlak, zoals bij het oorspronkelijke werk, maar in een roodgekleurd vlak.

Oké. Maar nu heb ík enkele vragen.
Waarom hebben de nazi’s in München als jaartal 1929 onder dit werk van ‘Mondrian’ gezet wanneer er kennelijk PM 23 op heeft gestaan? Slordigheid? Je kunt die bruinhemden van veel betichten, maar…  Of slordigheid van de schilder bij het penselen van die 3? Je kunt Mondriaan van veel…

Is de ontaard verklaarde Münchner Mondriaan wel dezelfde Mondriaan als de ‘oorspronkelijke’ uit Hannover en van de foto in Mondriaans atelier uit 1923?

Stel je voor dat iemand de nazi’s een loer heeft gedraaid…!


Maar afgezien daarvan: is de nu afgewezen versie van deze compositie, dus die met zijn wat rankere zwarte (horizontale) lijnwerk niet een gracielere en daarmee betere Mondriaan dan die dus nog altijd spoorloze uit München? Ik ben geen Mondriaanfan, maar ik heb het sterke vermoeden dat Piet het met me eens zou zijn geweest.
Nu heb ik het echter over het vermaak van het kijken en daar gaat het hier wellicht helemaal niet om.