dinsdag 25 maart 2025

DE OUDE ZAGER TIKT

 


blijvend jong

Je bent midden zeventig en publiceert in een literair periodiek* waarvan de redactie je afficheert als een coryfee van de Nederlandstalige poëzie, versregels als deze:

De dag breekt ons in fragmenten van een spiegelbeeld,

Een brandversneller in kwikzilver en gif als van emulsie,

Drek en olieslik trillend op een open wond in het oog

Benijdenswaardig, want met hun onbevattelijke mengeling van abstractie en concreetheid, en hun zich aan logica en voorstellingsvermogen onttrekkende beelden, doen de regels me denken aan poëzie die ik zelf schreef op - was ik nog maar zo jong - mijn zeventiende maar die ik nu niet meer uit mijn pen zou kunnen krijgen.

***

stand van de cultuur

Wat zegt taalgebruik van culturele instellingen over de culturele gesteldheid binnen die instellingen?

De Stadsschouwburg in Amsterdam moet als instituut al een tijdje Internationaal Theater Amsterdam of, nog liever, ITA worden genoemd. En zo stelt ITA zijn brasserie voor**:

‘Onze brasserie is een unieke ontmoetingsplek voor theaterbezoekers en acteurs, stadsbezoekers en gezelligheidszoekers, (young) professionals en creatieven. De brasserie is tevens de ideale plek voor een succesvolle afspraak of een sessie zakelijke creativiteit. De razendsnelle WiFi-verbinding bieden wij u gratis aan.’

‘Onze’, ‘wij’: kennelijk is ‘ITA’ iets meervoudigs.

Ontmoetingsplek ‘voor’ of ‘van’?

In wat ‘professionals’? Voetbal, prostitutie, dak- en zinkwerk? En waarom Engelstalig ‘young’ maar dan wel tussen haakjes?

Wat zijn ‘creatieven’? Iets anders dan creatievelingen?

Hoezo ‘tevens’ terwijl de aanduiding ‘ontmoetingsplek’ al is gebruikt?

Zijn er ook plekken die men speciaal bezoekt voor niet succesvolle afspraken?

… ‘een sessie zakelijke creativiteit’…

Zucht.

Wel heel fijn overigens dat je er ’s ochtends om acht uur al kunt dineren en ’s avonds om elf uur kunt ontbijten, want: ‘In onze brasserie kunt u van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat ontbijten, lunchen, borrelen en dineren.’

***

dienstplicht

Om meerdere redenen ben ik tegen het herinvoeren van de militaire dienstplicht. En niet voor niets ben ik eertijds afgekeurd op grond van de kwalificatie S5.

Toch is er één reden om wél voor zo’n herinvoering te willen zijn: mijn nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid naar de positiebepaling, dus kleurbekenning van dienstplichtigen met een dubbele nationaliteit. Of eigenlijk is het niet zozeer nieuwsgierigheid als wel behoefte aan bevestiging van een donkerbruin vermoeden. Of zouden die jongens en meisjes met twee paspoorten niet eens worden opgeroepen?

_____________________

* Poëziekrant 2025 - 2

** https://ita.nl/nl/cafe-brasserie/


donderdag 20 maart 2025

RECENSIERUIMTE-IMPACT

 


Praktisch een hele krantenpagina kreeg ik ter beschikking toen ik ergens rond mijn dertigste eerst heel even voor De Volkskrant en daarna een aantal jaren lang met grote regelmaat voor De Groene Amsterdammer literatuur mocht bespreken.

 


Dat waren nog eens tijden! Wat ruimte aangaat althans. Qua impact zouden een paar regels net zo hebben volstaan.

 

woensdag 12 maart 2025

EEN FIJN BESEF

 


Wat een fijn besef! Onlangs publiceerden NRC en De Standaard gezamenlijk in rangorde de vijftig beste Nederlandstalige literaire boeken van het eerste kwart van de lopende eeuw, gebaseerd op de oordelen van 81 mensen ‘uit het literaire veld’ die er elk een persoonlijke top 10 voor hadden ingeleverd. Nou ben ik ten enenmale tegen het tot zich nemen, beoordelen en rangschikken van literatuur alsof het een competitieve discipline betreft. Het (mede) opstellen van dit soort lijsten vind ik verwerpelijk want bedrieglijk, hoewel het anderzijds een goede kijk verschaft op dominante gezindheden in de huidige cultuur.

            Echter opeens doorstroomde me een weldadig besef! Bij de voorstelling dat al die oordelende 81 mensen ‘uit het literaire veld’ bijgevolg ook zeker zeven romans en wie weet nog een paar verhalenbundels van mij hadden gelezen, op zijn minst gedeeltelijk…! Ik zag ze er feitelijk mee zitten, een voor een, aan een tafel, in een leunstoel, op een bed, op een parkbank, in een trein, op een boot, onder een palmboom, onder een afdak in de regen, allemaal, alles bij elkaar zeker 567 keer met een van mijn boeken. Geweldig toch?

            – Je bent cynisch. Uit afgunst.

            – Ik? Nee… Denk je?

            – Stel dat de titel van een van je boeken en dus je naam wél een of meerdere keren waren genoemd of dat die zelfs deel uit hadden gemaakt van de top vijftig of zowaar van de beste tien in die twee kranten, dan had je toch wel anders gepiept, namelijk triomfantelijk gezongen?

            – Hoogstwaarschijnlijk, ja.

            – Zie je wel.

            – Maar dan zou ik ook een ander iermand zijn geweest.

            – Hoe bedoel je?

            – Iemand die andere boeken had geschreven.

 

zaterdag 8 maart 2025

LADY FANTASÍA


Door niemand van de 81 literatuurkenners in NRC en De Standaard genoemd als een van de beste Nederlandstalige romans van de eenentwintigste eeuw tot op heden, maar wel hier gratis door hen te lezen - Cinthia Winter, 'Lady Fantasía', 2016:

 https://issuu.com/koppernik/docs/lady_fantasia


maandag 3 maart 2025

VON JAWLENSKY TUSSEN KUNST EN KITSCH

  


Al zappend kwam ik uit bij het televisieprogramma Tussen kunst en kitsch en wel precies in een item over een werk van Alexej von Jawlensky. Een mevrouw had het portret (olieverf op papier) uit de erfenis van haar grootvader en het hing gewoon in haar huiskamer, ze had het als kind al ‘een heel leuk schilderij’ gevonden.

            In één oogopslag zag ik dat het, als het ‘echt’ zou blijken te zijn, om een Von Jawlensky ging, daar had ik niet de experts voor nodig die zich evenmin vergisten. Ja, iedereen die enigszins thuis was in de schilderkunst van de Moderne zou dit portret onmiddellijk hebben kunnen plaatsen.

            Licht verbijsterend vond ik het dan ook dat de eigenaren zelf dat nooit hadden gedaan. Het portret was zelfs leesbaar gesigneerd en van een datum voorzien!

            Tegelijkertijd besefte ik weer hoe contextgevoelig kunst is. Ik bedoel, zet iets van Kandinsky, Marc of Klee* op straat bij de oude matrassen, de afgedankte magnetron, het kapotte beeldscherm en ander grofvuil, en de kans is gering dat iemand die naar iets bruikbaars of anderszins nog van waarde zoekt het ding meeneemt voordat het door de meedogenloze knijper van de afvalwagen kan worden opgepakt. Zoals je omgekeerd rotzooi in een museum of gallerie kunt exposeren om die te laten bewonderen.

 

* Om een misverstand te voorkomen: het werk van genoemde drie schilders bewonder ik zeer, net als dat van Von Jawlensky.