zaterdag 24 juni 2017

EEN LITERAIR DINER


Kom, zei mijn gastvrouw, en haar gelaat gaf ruim baan
aan de groei van zo’n introducerende lach die,
als een dal met fruitbomen in bloei, tussen de hellingen
van twee namen verbinding vermag te maken,
ik wil je, lispelde ze, mijn kennis dr. James laten smaken.

Ik had honger. De dokter zag er goed uit. Hij had net
het nummereenboek van de week gelezen, zei hij, en het
had wel wat, want het had kracht. Ik had dus meteen
iets gul aangereikt gekregen. Zijn mauve geboezemde vrouw
wees me steeds, zeer welgemanierd, vond ik, op een
heel mals stuk met de punt van haar mes. Ik at –
en de Egyptische zonsondergangen waren ravissant,
de Russen boerden opmerkelijk florissant,
of ik ene prins Poprinsky kende, die hij had ontmoet
in Caparabella, of was het Beiroet?
Ze hadden heel wat afgereisd, zijn vrouw en hij,
zijn hobby heette People, voor Life ging zij.
Alles was lekker en gaar, maar echt delicaat
was zijn knapperig cerebellum met notensmaak.
Zijn hart leek op een glimmende bruine dadel,
en met de garnering werd de rand van mijn bord opgezadeld.



            Vladimir Nabokov 1948 – © vertaling HB